C. Dagteller resetten.
Afhankelijk van de uitvoering: openen van het
configuratiemenu (lang indrukken), bevestigen
van een keuze (kort indrukken).
Display
1. Buitentemperatuur
2. Instellingen snelheidsregelaar of
snelheidsbegrenzer
Snelheid voorgesteld door de
functie Verkeersbordherkenning
3. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph)
4. Schakelindicator en/of hendelpositie, versnelling
en indicator Sportmodus bij een automatische
transmissie
5. Boordcomputer en Stop & Start-urenteller.
6. Display: dagteller (km of mijl),
onderhoudsindicator of bereik met betrekking
tot AdBlue
en SCR-systeem (km of mijl),
®
kilometerteller, waarschuwingsmeldingen of
functiestatus
Als de auto geen touchscreen heeft, kunt u bepaalde
uitrusting op dit display instellen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over Configuratie van functies bij uitvoeringen
zonder scherm.
Waarschuwings- en
verklikkerlampjes
De waarschuwings- en verklikkerlampjes
(weergegeven als symbolen) informeren de
bestuurder over een storing (waarschuwingslampjes)
of de werking van een systeem (verklikkerlampjes
ingeschakelde of uitgeschakelde functie). Bepaalde
lampjes kunnen op twee manieren (permanent of
knipperend) en/of in verschillende kleuren branden.
Bijbehorende waarschuwingen
Een lampje kan branden in combinatie met een
geluidssignaal en/of een melding op het display.
Door de weergegeven waarschuwingen te relateren
aan de werkingstoestand van de auto kan worden
bepaald of er sprake is van een normale situatie of
van een storing; zie de beschrijving van ieder lampje
voor meer informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde rode
of oranje waarschuwingslampjes enkele seconden
branden. Deze lampjes moeten doven als de motor
draait.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over een systeem of een functie.
Instrumentenpaneel
Continu brandend
waarschuwingslampje
Als er een rood of oranje waarschuwingslampje gaat
branden, is er een storing die verder moet worden
onderzocht.
Wanneer een lampje blijft branden
De aanduidingen (1), (2) en (3) in de beschrijvingen
van de waarschuwings- en verklikkerlampjes geven
aan of u naast de onmiddellijk aanbevolen acties
contact met een gekwalificeerde professional moet
opnemen.
(1): Zet de auto stil.
Zet het voertuig zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats en zet het contact af.
(2): Neem contact op met een CITROËN-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
(3): Neem contact op met een CITROËN-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Lijst met
waarschuwingslampjes
Rode waarschuwingslampjes
STOP
Permanent, in combinatie met een ander
waarschuwingslampje, een melding en een
geluidssignaal.
Een ernstige storing in de motor, het remsysteem
of de stuurbekrachtiging, of een ernstige elektrische
storing.
Voer (1) en dan (2) uit.
1
9