Instrumenten
In dat geval kan(kunnen) het(de) waar-
schuwingslampje(s) MIL, ABS of TC
branden, afhankelijk van de huidige sta-
tus van elk systeem.
Bij een onvolledige moduswijziging:
• Breng
de
stilstand.
• Selecteer de vrijloopstand.
• Zet het contact uit en weer aan.
• Selecteer de gewenste rijmodus.
• Start de motor opnieuw en rij
verder.
Waarschuwing
Stop de motor niet met de contact-
schakelaar
of
wanneer de motorfiets rijdt.
Breng de motorfiets altijd veilig tot stil-
stand
en
schakel
vrijloopstand voordat u de motor stopt.
Door de motor tijdens het rijden te
stoppen via het contact of de motor-
stopschakelaar
blokkeren, wat leidt tot verlies van con-
trole
over
de
ongeval.
90
motorfiets
veilig
motorstopschakelaar
hem
in
kan
het
achterwiel
motorfiets
en
Stop de motor niet met de contact-
schakelaar
wanneer de motorfiets rijdt.
tot
Breng de motorfiets altijd veilig tot stil-
stand
en
vrijloopstand voordat u de motor stopt.
De druksmering van de transmissie
werkt uitsluitend wanneer de motor
draait.
schade aan of vastlopen van de trans-
missie veroorzaken, wat kan leiden tot
plotseling verlies van controle over de
motorfiets en een ongeval.
Rijmodi configureren
De volgende tabel toont de opties voor
de
ABS, MAP en TC die voor elke rijmodus
beschikbaar zijn.
Rijmodus
een
ABS (antiblokkeerremsysteem)
Road
Off-Road
Uit
MAP (gaskleprespons)
Rain
Road
Off-Road
Voorzichtig
of
motorstopschakelaar
schakel
hem
Onvoldoende
smering
RAIN
ROAD
in
de
kan
OFF-ROAD