Waarschuwing
Cruisecontrol
mag
gebruikt op plaatsen waar u veilig met
constante snelheid kunt rijden.
Cruisecontrol
mag
gebruikt bij druk verkeer, op wegen
met scherpe/blinde bochten of op
gladde wegen.
Wanneer cruisecontrol wordt gebruikt
bij druk verkeer, op wegen met scherpe
of onoverzichtelijke bochten of op
gladde wegen, kan dat leiden tot ver-
lies van controle over de motorfiets en
een ongeval.
Richtingaanwijzers
Wanneer de richtingaanwijzer-
schakelaar naar links of naar rechts
wordt gedraaid, knippert het bijbeho-
rende waarschuwingslampje in hetzelfde
tempo als de richtingaanwijzer.
Grootlichtschakelaar
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en de dimschakelaar op
grootlicht is ingesteld, gaat het waar-
schuwingslampje
branden.
alleen
worden
niet
worden
voor
grootlicht
Mistlichten (indien gemonteerd)
Wanneer het contact wordt inge-
schakeld en de mistlichten worden
ingeschakeld, gaat het waarschuwings-
lampje voor de mistlichten branden.
Waarschuwingslampje
brandstofniveau
Het waarschuwingslampje voor
het brandstofniveau gaat branden wan-
neer er nog circa 3,5 liter brandstof in
de tank aanwezig is.
Vrijloop
Het waarschuwingslampje voor
de vrijloop geeft aan dat de transmissie
in de vrijloopstand staat (geen versnel-
ling
ingeschakeld).
waarschuwingslampje
wanneer de transmissie in vrijloop staat
terwijl de contactschakelaar in de stand
AAN (ON) staat.
Waarschuwingslampje accu
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld, gaat het waarschuwings-
lampje voor de accu alleen branden als
er een accustoring wordt gedetecteerd.
Als de accuspanning bij een draaiende
motor gevaarlijk daalt, gaat het waar-
schuwingslampje voor de accu in de
toerenteller branden en verschijnt het
bericht WAARSCHUWING – ACCU LAAG
op het multifunctionele display.
Instrumenten
gaat
branden
Het
67