Controlelampje tractiecontrole (TC)
Het
TC-controlelampje
gebruikt om aan te geven dat het trac-
tiecontrolesysteem actief is en bezig is
om slippen van het achterwiel te beper-
ken bij snelle acceleratie of op een natte
of gladde weg.
Waarschuwing
Als de tractiecontrole niet werkt, moet
voorzichtigheid in acht worden geno-
men bij het accelereren en het nemen
van bochten op een nat of glad wegop-
pervlak,
om
doorslippen
achterwiel te voorkomen. Rijd niet lan-
ger door dan noodzakelijk wanneer het
storingslampje voor het motormanage-
mentsysteem
waarschuwingslampje van de tractie-
controle
branden.
mogelijk contact op met een erkende
Triumph-dealer, om de storing te laten
inspecteren.
Snel accelereren en bochten nemen
kan in deze situatie doorslippen van
het achterwiel veroorzaken, wat kan
leiden tot verlies van de controle over
de motorfiets en een ongeluk.
wordt
van
(MIL)
en
Neem
zo
snel
Werking van het TC-controlelampje
TC ingeschakeld:
• Bij normale rijomstandigheden blijft
het controlelampje uit.
• Het controlelampje knippert snel
wanneer
teem bezig is om slippen van het
achterwiel te beperken bij snelle
acceleratie of op een natte of
gladde weg.
TC uitgeschakeld:
Het controlelampje gaat niet branden. In
plaats daarvan gaat het waarschu-
wingslampje 'TC uitgeschakeld' branden
(zie pagina 27).
het
Let op:
•
Tractiecontrole werkt niet in geval
van een storing aan het ABS-sys-
het
teem. In dat geval branden de
waarschuwingslampjes
ABS en tractiecontrole en het
storings lampje.
Waarschuwingslampje
Tractiecontrole (TC) uitgeschakeld
Het waarschuwingslampje voor
uitgeschakelde TC mag alleen gaan
branden bij een storing of als de tractie-
controle uitgeschakeld is.
Als het waarschuwingslampje op enig
ander moment onder het rijden gaat
branden, betekent dit dat er een storing
met het tractiecontrolesysteem is opge-
treden
onderzocht.
Instrumenten
het
tractiecontrolesys-
die
nader
moet
voor
de
worden
27