Instrumenten
Om een optie te selecteren:
• Duwt u de joystick omlaag/omhoog
om de contrastoptie HOOG CON-
TRAST
of
selecteren en druk de joystick in de
middenstand in om de selectie te
bevestigen.
Als de door de bestuurder ingestelde
helderheid
geschikt
gebruikt, zie pagina 54.
Let op:
•
Dek de lichtsensor op het display
niet af. Hierdoor zal het instellen
van het juiste schermcontrast niet
meer correct werken.
Stijlopties
Met het gegevensitem Stijlopties kunt u
verschillende stijlen toepassen op het
display.
1
STIJL 1
2
STIJL 2
3
STIJL 3
Informatievak Stijlopties
(stijl 2 geselecteerd)
Om de stijl van het display te wijzigen:
• Duwt u de joystick omlaag/omhoog
om de gewenste stijl te selecteren
en drukt u de joystick in de mid-
denstand in om de selectie te
bevestigen.
42
AUTO
CONTRAST
is,
wordt
Koelvloeistoftemperatuur
Het gegevensitem Koelvloeistoftempera-
tuur geeft de temperatuur weer van de
te
koelvloeistof in de motor.
COOLANT
C
die
Koelvloeistoftemperatuur
Als de motor koud wordt gestart, geeft
het display grijze blokjes weer. Naar-
mate de temperatuur oploopt neemt het
aantal verlichte blokjes op het display
toe. Als de motor warm wordt gestart,
toont het display het bijbehorende aan-
tal verlichte blokjes, afhankelijk van de
motortemperatuur.
Het normale bereik ligt tussen C (koud)
en H (heet) op het display.
Als
de
draaiende motor gevaarlijk stijgt, gaat
het waarschuwingslampje voor hoge
koelvloeistoftemperatuur op het display
branden en wordt de meter in het infor-
matievak weergegeven.
Schakel de motor direct uit indien het
waarschuwingslampje hoge koelvloei-
stoftemperatuur
motor niet opnieuw starten voordat de
storing is verholpen.
Indien de motor draait terwijl het waar-
schuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur brandt, kan
ernstige motorschade ontstaan.
Informatievak
koelvloeistoftemperatuur
Voorzichtig
gaat
branden.
H
bij
De
hoge