De schakelaar wordt niet automatisch
weer in werking gesteld, ook niet als de
spanning weer tot een veilig niveau is
toegenomen. De gebruiker moet de
schakelaar zelf indrukken om de hand-
vatverwarming in te schakelen.
Mistlichtschakelaar
(indien gemonteerd)
Om de mistlichten in of uit te schakelen,
moet u met de koplampen aan de mist-
lichtschakelaar kort indrukken. Wanneer
de mistlichten zijn ingeschakeld, brandt
het
mistlichtcontrolelampje
display.
Let op:
•
De schakelaar voor de voorste mist-
lichten werkt alleen wanneer de
koplampen branden.
•
De mistlichtschakelaar gaat auto-
matisch
weer
contactschakelaar uit en weer aan
gezet wordt.
Grootlichtknop
De grootlichtknop heeft verschillende
functies; deze zijn ervan afhankelijk of
de dagrijverlichting (DRL) is gemonteerd
of niet. Wanneer het grootlicht is inge-
schakeld,
brandt
grootlicht in het display.
Modellen met dagrijverlichting (DRL)
Als de DRL-schakelaar in de stand dag-
rijlicht (DRL) staat, kan het grootlicht
worden ingeschakeld door de grootlicht-
knop ingedrukt te houden. Dit blijft
branden zolang de knop ingedrukt
wordt gehouden, en gaat uit zodra de
knop wordt losgelaten.
in
het
uit
wanneer
het
controlelampje
Algemene informatie
Als de DRL-schakelaar in de stand dim-
licht staat, kan het grootlicht worden
ingeschakeld door op de grootlichtknop
te drukken. Door nogmaals op de knop
te drukken wordt het dimlicht weer
ingeschakeld.
Let op:
•
Op dit model is geen aan/uit-scha-
kelaar voor verlichting aangebracht.
Het achterlicht en de kenteken-
plaatverlichting gaan automatisch
branden wanneer het contact in de
stand AAN wordt gedraaid.
•
De koplamp brandt als het contact
in de stand AAN staat en de motor
draait.
Modellen zonder dagrijverlichting
(DRL)
Druk op de grootlichtknop om het groot-
licht in te schakelen. Door nogmaals op
de
de knop te drukken wordt het dimlicht
weer ingeschakeld.
Let op:
•
Op dit model is geen aan/uit-scha-
kelaar voor verlichting aangebracht.
Het positielicht, achterlicht en de
kentekenplaatverlichting
automatisch branden wanneer het
contact in de stand ON (AAN) wordt
gedraaid.
•
De koplamp brandt als het contact
in de stand AAN staat en de motor
draait.
gaan
107