Vorstwaarschuwingslampje
Waarschuwing
IJzel kan ook verscheidene graden
boven het vriespunt (0 °C) optreden,
vooral op bruggen en beschaduwde
plaatsen.
Wees altijd extra voorzichtig bij lage
temperaturen en ga langzamer rijden
in potentieel gevaarlijke omstandighe-
den zoals slecht weer.
Hard rijden, snel accelereren, hard
remmen of scherpe bochten nemen op
gladde wegen kunnen leiden tot verlies
van controle over de motorfiets en een
ongeval.
Het vorstwaarschuwingslampje
licht op wanneer de omgevingslucht-
temperatuur 4ºC of lager is.
Het
vorstwaarschuwingslampje
branden tot de temperatuur stijgt tot
6°C.
1.
Omgevingsluchttemperatuur
2.
Vorstsymbool
Waarschuwingen en
informatieberichten
De volgende waarschuwingen kunnen
worden weergegeven als er een storing
is gedetecteerd:
• OLIEDRUK LAAG (zie pagina 63)
• ACCU LAAG (zie pagina 67)
• ABS-SYSTEEM UITGESCHAKELD (zie
• TC-SYSTEEM UITGESCHAKELD (zie
• SPANNING
• SENSORSIGNAAL
De volgende informatieberichten kunnen
blijft
worden weergegeven:
• TPMS – ACCU LAAG VOOR-/ACH-
Wanneer er een waarschuwing of infor-
matiebericht is geactiveerd, verschijnt
dit samen met het bijbehorende waar-
schuwings- of informatiesymbool links
op het multifunctionele display.
Als zich een storing voordoet kunnen er
verschillende waarschuwingen en infor-
matieberichten verschijnen. In dergelijke
gevallen krijgen waarschuwingsberich-
ten voorrang boven informatieberichten
1
2
en verschijnt het waarschuwingssym-
bool
display.
Instrumenten
Waarschuwingen
pagina 64)
pagina 66)
VOOR-/ACHTERBAND
LAAG (zie pagina 68)
BAND (zie pagina 120).
Informatieberichten
TERBAND (zie pagina 68)
links
op
het
VOOR-/ACHTER-
multifunctionele
69