Passeerfunctie
Wanneer de dimschakelaar van de kop-
lamp is ingesteld op de dimstand en u
op de onderkant van de schakelaar
drukt
wordt
geactiveerd.
Wanneer u op de schakelaar drukt,
wordt het grootlicht van de koplamp
ingeschakeld. Dit blijft branden zolang u
de knop ingedrukt houdt en gaat uit
zodra deze loslaat.
Let op:
•
Op dit model is geen aan/uit-scha-
kelaar voor verlichting aangebracht.
Het positielicht, achterlicht en de
kentekenplaatverlichting
automatisch branden wanneer het
contact in de stand ON (AAN) wordt
gedraaid.
•
De koplamp brandt als het contact
in de stand AAN staat en de motor
draait.
Er zijn twee manieren waarop u de kop-
lamp kunt inschakelen zonder dat de
motor draait:
• Trek de koppelingshendel in en zet
het contact in de stand AAN. De
koplamp gaat aan en blijft branden
wanneer
de
wordt losgelaten.
• Wanneer het contact is ingescha-
keld, de dimschakelaar van de
koplamp is ingesteld op de dim-
stand en u op de onderkant van de
schakelaar drukt, wordt de koplamp
geactiveerd. De koplamp blijft bran-
den wanneer de schakelaar wordt
losgelaten.
De koplamp gaat uit wanneer de start-
knop wordt ingedrukt, totdat de motor
start.
de
passeerfunctie
gaan
koppelingshendel
Algemene informatie
Richtingaanwijzerschakelaar
Wanneer de richtingaanwijzerschakelaar
naar links of naar rechts wordt geduwd,
knippert ook het controlelampje van de
betreffende richtingaanwijzer. U scha-
kelt de richtingaanwijzers uit door op de
richtingaanwijzerschakelaar te duwen
en deze in de middenstand los te laten.
Claxonknop
Wanneer de claxonknop wordt inge-
drukt en het contact in de stand AAN
(ON) staat, klinkt de claxon.
Selectieknop instrumentenpaneel
Door de selectieknop in te drukken
selecteert u het menu dat op het dis-
play van het multifunctionele display
wordt getoond.
Druk bij een stilstaande motorfiets op
de selectieknop om het menu Instellin-
gen te openen in het multifunctionele
display
(zie
'Menu
pagina 79).
Scrollknop instrumentenpaneel
Door de scrollknop herhaaldelijk in te
drukken kunt u door het menu navige-
ren
dat
op
het
instrumentenpaneel wordt getoond.
Modusknop
Wanneer de modusknop kort wordt inge-
drukt, wordt het menu voor selectie van
rijmodi geactiveerd op het display. Door
nogmaals op de modusknop te drukken
scrolt u door de beschikbare rijmodi (zie
'Rijmodusselectie' op pagina 87).
Instellingen'
op
display
van
het
109