VERSNELLINgSHENDEL/STuuRBEKRACHTIgINg
Inschakelen achteruitversnelling
Auto's met handgeschakelde versnel-
lingsbak: volg de tekening op knop 1.
Auto's met een automatische transmis-
sie: raadpleeg de paragraaf "Automatische
transmissie" in hoofdstuk 2.
De achteruitrijlichten gaan branden, zodra
de achteruitversnelling is ingeschakeld en
het contact aanstaat.
2.8
1
Bij een botsing tegen de onder-
kant van de auto (bijvoorbeeld:
contact met een paaltje, een
stoeprand of ander stadsmeu-
bilair) kunt u de auto beschadigen (bij-
voorbeeld: vervorming van een as).
Om ieder risico van een ongeluk te voor-
komen, moet u uw auto door een merk-
dealer laten controleren.
Stuurbekrachtiging
Rijd nooit met een accu die niet genoeg ge-
laden is.
Snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging
De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging
past de mate van bekrachtiging automatisch
aan de snelheid waarmee u rijdt aan.
Bij het parkeren is er veel bekrachtiging
(voor meer comfort) en met het toenemen
van de snelheid vermindert de bekrachtiging
(voor een grotere veiligheid bij snel rijden).
Laat het stuurwiel niet in een uiterste
stand gedraaid staan als de auto stil
staat.
Zet nooit de motor af tijdens het
rijden: bij uitgeschakelde motor
is er geen bekrachtiging.