STARTEN/STILZETTEN VAN DE MOTOR
Starten van de motor
Benzine-inspuiting
Warme of koude motor
– Geef bij het starten geen gas.
– Laat de contactsleutel los zodra de motor
is aangeslagen.
2.4
É
Dieselinspuiting
Koude of halfwarme motor
– Draai de sleutel door tot de "Startstand" D
zonder gas te geven.
– Laat de contactsleutel los zodra de motor
is aangeslagen.
N.B.: er kunnen enkele secondes verstrij-
ken tussen het draaien van de sleutel en het
starten van de motor om de motor voor te
verwarmen.
Controleer-of de motor inder-
daad is gestopt voordat u de
auto verlaat.
Stilzetten van de motor
Laat de motor stationair draaien en draai de
contactsleutel terug in de stand "stuurslot".
Laat de sleutel nooit, zelfs niet
eventjes, in de auto liggen als u
de auto verlaat en er een kind
(of dier) in de auto zit.
Het kind zou de auto kunnen starten of
de ruiten kunnen bedienen en zich ern-
stig kunnen verwonden aan hals, arm, of
hand als deze uit de auto steken.
Gevaar van ernstige verwondingen.
Zet het contact niet uit, voordat de auto
geheel tot stilstand is gekomen. Als de
motor niet meer draait, is er geen stuur-
bekrachtiging en rembekrachtiging
meer. Ook werken veiligheidsvoorzie-
ningen zoals airbags en gordelspanners
niet meer.