ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
1
5
4
3
Contact aan:
Druk op de betreffende schakelaar om hem
te laten zakken tot de gewenste hoogte
(N.B.: de achterruiten kunnen niet helemaal
omlaag).
Trek de schakelaar van de betreffende ruit
omhoog om de ruit tot de gewenste hoogte
te brengen.
Bestuurdersplaats
Gebruik schakelaar:
– 1 voor de bestuurderskant;
– 2 voor de passagierskant voor;
– 3 en 5 voor de passagiers achter.
2
Zitplaats voorpassagier
Gebruik de schakelaar 6.
Veiligheid inzittenden achter
De bestuurder kan de werking van de ruitbediening achter en afhankelijk van de
auto, van de achterportieren toestaan door op de schakelaar 4 te drukken. Het
doven van het lampje in de schakelaar bevestigt dit.
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Laat uw afstandsbediening nooit, zelfs niet eventjes, in de auto liggen als u de auto verlaat
en er een kind (of dier) in de auto zit. Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door
de auto te starten, door organen te bedienen zoals bijvoorbeeld de ruitbediening, of de por-
tieren te vergrendelen. In geval van beknelling, draait u direct de bewegingsrichting van de
ruit om door te drukken op de betreffende schakelaar.
Risico van ernstige verwondingen.
6
Plaatsen achter
Gebruik de schakelaar 7.
7
3.17