VERWARMING, AIRCONDITIONING
Regeling van de temperatuur
Draai knop B afhankelijk van de gewenste
temperatuur. Hoe verder de aanwijzer in het
rode gedeelte staat, hoe hoger de tempera-
tuur.
In- en uitschakelen van de
airconditioning
Toets F zorgt voor het inschakelen (controle-
lampje brandt) of het uitschakelen (controle-
lampje is uit) van de airconditioning.
Door het inschakelen van de airconditio-
ning:
– gaat de temperatuur in het interieur
omlaag;
– verdwijnt de wasem.
De airconditioning werkt niet bij lage buiten-
temperaturen.
3.6
(3/4)
F
Regeling van de
ventilateursnelheid
Normaal gebruik
Draai knop C op een van de vier standen om
de ventilatie met het gewenste vermogen in
te schakelen.
Afhankelijk van de auto, kiest u de stand 1 of
voor een minimale ventilatie en de stand
y
4 of
voor de maximale ventilatie.
B
C
Stand 0
In deze stand:
– stopt de airconditioning automatisch,
zelfs als toets F ingeschakeld is (het
lampje blijft branden);
– draait de ventilateur niet;
– is er nog wel een beetje ventilatie als de
auto rijdt (rijwind).
Deze stand wordt afgeraden onder normale
omstandigheden.