INstRuMeNteNPANeel: controle- en waarschuwingslampjes
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKelIJK VAN Het lAND, Het uItRustINGsNIVeAu eN eVeNtuele
OPtIes VAN De AutO.
A
Φ
Controlelampjes
heidsregelaar en snel-
heidsbegrenzer
Raadpleeg de paragrafen "Snelheids-re-
gelaar" en "Snelheidsbegrenzer" in hoofd-
stuk 2.
ç
Waarschuwingslampje bestuur-
dersgordel niet vastgemaakt
Als de auto ongeveer 20 km/u rijdt terwijl de
autogordel van de bestuurder niet is vastge-
maakt gaat het knipperen en klinkt er een
geluidssignaal gedurende ongeveer 2 minu-
ten.
]
Airbag voor de passagier OFF
Dit controlelampje licht enkele se-
condes op bij het aanzetten van het contact
als de airbags (afhankelijk van de auto) van
de voorpassagier uitgeschakeld zijn.
É
C o n t r o l e l a m p j e
voorverwarming(dieselmotor)
Met contact aan, moet het oplichten. Het
geeft aan dat voorverwarmingsstiften
werken.
snel-
Het dooft als de voorverwarming klaar is. De
motor kan starten.
(4/4)
1.49