INstRuMeNteNPANeel: controle- en waarschuwingslampjes
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKelIJK VAN Het lAND, Het uItRustINGsNIVeAu eN eVeNtuele
OPtIes VAN De AutO.
A
x
Waarschuwingslampje antiblok-
keersysteem
Het licht op bij het starten van de motor en
dooft daarna.
Als dit lampje tijdens het rijden oplicht, wijst
dit op een storing in het ABS-systeem.
Er kan dan met de auto worden geremd als
bij een auto zonder ABS. Raadpleeg snel
een merkdealer.
1.48
å
Waarschuwingslampje airbag
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact en dooft na enkele secondes.
Als het niet oplicht bij het aanzetten van
het contact of als het oplicht bij draaiende
motor, wijst dit op een storing in het sys-
teem. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
merkdealer.
è
Controlelampjes gekoppeld aan
de werking van de automatische
c
transmissie
Raadpleeg hoofdstuk 2, paragraaf
A
"Automatische transmissie" en
"Quickshift versnellingsbak".
ê
Ü
Waarschuwingslampje roetfilter
Raadpleeg de paragraaf "Bijzonderheden
dieselmotoren met roetfilter" in hoofdstuk 2.
(3/4)
ù
W a a r s c h u w i n g s l a m p j e
e l e k t r o n i s c h
Programma (esP) en tractiecontrole
(AsR)
Er zijn verschillende mogelijkheden
voor het oplichten van het waarschu-
wingslampje: raadpleeg de paragrafen
"Elektronisch Stabiliteits Programma: ESP"
en "Tractiecontrole: ASR" in hoofdstuk 2.
©
Waarschuwingslampje
Dit gaat branden bij het aanzet-
ten van het contact, en dooft zodra de motor
draait. Het kan tegelijk gaan branden met
andere controlelampjes en/of boodschap-
pen op het instrumentenpaneel.
Het is nodig voorzichtig direct naar een
merkdealer te rijden. Als u dit voorschrift ne-
geert, loopt u het risico dat uw auto bescha-
digd wordt.
ê
Controlelampje startvergrende-
ling
Raadpleeg de paragraaf "Startvergrendeling"
in hoofdstuk 1.
s t a b i l i t e i t s