THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING
1
2
3
14
13
12
Bedieningsknoppen
1 Toets "helder zicht" voor het ontwase-
men en het ontdooien van de ruiten.
2 Controlelampje van de functie "helder
zicht".
3 Bediening van de airconditioning.
4 en 7 Regeling van de temperatuur.
3.8
4
5
6
7
5 Display.
6 Inschakelen van de automatische wer-
king.
8 en 10 Regeling van de luchtverdeling
in het interieur.
9 en 11 Regeling van de ventilateursnel-
heid.
8
9
11
10
12 Achterruitverwarming en verwarmde bui-
tenspiegels (afhankelijk van de auto).
13 Controlelampje van de achterruitver-
warming.
14 Bedieningsknop van de luchtkringloop.
Informatie en tips voor gebruik
Raadpleeg het eind van de paragraaf
"Verwarming/airconditioning".
De toetsen 1 en 12 hebben indica-
ties van de in werking zijnde functie (2
en 13):
– als het lampje brandt, is de functie in-
geschakeld,
– als het lampje uit is, is de functie uit-
geschakeld.