AuTOMATISCHE TRANSMISSIE
2
Selecteurhendel 1
Het display A op het instrumentenpaneel
informeert u over de bediening en de inge-
schakelde versnelling.
P: parkeren
R: achteruit
N: (neutraal)
D: automatische werking (uitsluitend bij
vooruit rijden)
3: weergave van de ingeschakelde versnel-
ling bij handbediening.
(1/4)
1
A
Starten
Met de hendel 1 in stand P of N, zet u het
contact aan.
Om de selecteurhendel uit stand P te ver-
plaatsen, moet u het rempedaal indrukken
voordat u de ontgrendelknop 2 indrukt.
Houd uw voet op het rempedaal (het
lampje 4 dooft), als u de stand P verlaat.
Alleen als de auto stilstaat, het rempe-
daal is ingedrukt en het gaspedaal niet is
ingedrukt, mag de selecteurhendel in de
standen D of R worden geplaatst.
3
4
Stand automatisch
Zet de selecteurhendel 1 in stand D.
U hoeft de selecteurhendel niet meer te ver-
plaatsen. Er wordt automatisch geschakeld
in overeenstemming met de belasting van
de auto, de hoeveelheid gas die u geeft en
de helling van de weg.
Als het bestuurdersportier open of niet goed
gesloten is terwijl de versnellingshendel in
stand D staat en de auto rijdt, klinkt er een
geluidssignaal.
Zuinig rijden
Laat de selecteurhendel voor normaal ge-
bruik in stand D staan. Als het gaspedaal
iets wordt ingedrukt, schakelt de transmis-
sie bij lage snelheid naar de volgende ver-
snelling.
2.27