6.9
Reinigingsmethoden
De stopsystemen mogen uitsluitend met gezuiverd water conform DIN 43530-4
worden gereinigd. Delen van de stoppen mogen niet met oplosmiddelhoudende
stoffen of zepen in aanraking komen.
6.10 Servicewagen
Mobiele watervulwagen met pomp en vulpistool voor het vullen van afzonderlijke
cellen. De dompelpomp die zich in het reservoir bevindt zorgt voor de vereiste
vuldruk. Er mag geen hoogteverschil bestaan tussen standvlak van de servicewagen
en die van de batterij.
17