F Onderhoud van het interne
transportmiddel
1
Bedrijfsveiligheid en milieubescherming
De in dit hoofdstuk beschreven controles en onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd binnen de onderhoudsintervallen in de onderhoudscontrolelijsten.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor ongevallen en beschadiging van onderdelen
Het is niet toegestaan veranderingen aan het interne transportmiddel en in het
bijzonder aan de veiligheidssystemen door te voeren.
Uitzondering: Exploitanten mogen enkel wijzigingen aan door motorisch
aangedreven interne transportmiddel aanbrengen of laten aanbrengen als de
producent van het interne transportmiddel zich uit de handel heeft teruggetrokken en
er geen opvolger is. De exploitanten moeten echter:
– ervoor zorgen, dat de uit te voeren wijzigingen door een vakingenieur voor interne
transportmiddelen en de veiligheid ervan gepland, gecontroleerd en uitgevoerd
worden
– duurzame documentatie van de planning, controle en uitvoering van de wijziging
hebben
– de betreffende wijzigingen aan de plaatjes voor de informatie over de hefcapaciteit,
aan
de
werkplaatshandboeken laten aanbrengen en laten verifiëren
– een duurzame en goed zichtbare markering aan de interne transportmiddelen
aanbrengen, waaruit de aard van de aangebrachte wijzigingen, de datum van de
wijzigingen en naam en adres van de organisatie, aan wie deze taak werd
toevertrouwd, blijken.
AANWIJZING
Uitsluitend
kwaliteitscontrole des producent. Om een veilige en betrouwbare werking te
garanderen mogen uitsluitend vervangingsonderdelen van de producent worden
gebruikt.
Z
Voer na de controles en onderhoudswerkzaamheden de handelingen uit die
worden beschreven in de paragraaf „Intern transportmiddel weer in gebruik nemen
na reinigings- en onderhoudswerkzaamheden" (zie "Inbedrijfstelling van het interne
transportmiddel na onderhoudswerkzaamheden" op pagina 183).
pictogrammen
en
originele
vervangingsonderdelen
stickers,
evenals
zijn
aan
de
bedienings-
onderworpen
aan
en
de
155