4.13 Veiligheidsaanwijzingen voor de bediening van extra
aanbouwapparaten
Z
Optioneel kunnen de interne transportmiddelen met één of meerdere extra
hydraulische systemen voor het gebruik van aanbouwapparaten zijn uitgerust. De
extra hydraulische functies zijn gekenmerkt met ZH1, ZH2 en ZH3.
Extra hydraulische functies voor verwisselbare uitrustingen zijn voorzien van
wisselkoppelingen aan de vorkdrager. Montage verwisselbare uitrustingen zie
"Montage extra aanbouwapparaten" op pagina 125.
GEVAAR!
Gevaar voor ongevallen door aanbouw van verwisselbare uitrustingen.
Bij het aanbouwen van verwisselbare uitrustingen kunnen personen letsel oplopen.
Er mogen uitsluitend verwisselbare uitrustingen worden gebruikt, die volgens de
risicoanalyse van de exploitant veilig en geschikt zijn.
Uitsluitend aanbouwapparatuur met CE-markering gebruiken.
Uitsluitend aanbouwapparatuur gebruiken die door de producent van het
aanbouwapparaat is bedoeld voor het gebruik met het betreffende interne
transportmiddel.
Enkel aanbouwapparaten gebruiken die door de exploitant op de beoogde wijze
zijn aangebracht.
Ervoor zorgen dat de bediener in de omgang met het aanbouwapparaat is
geïnstrueerd en op de beoogde wijze gebruikt.
Het restdraagvermogen van het interne transportmiddel opnieuw berekenen en bij
wijziging door een extra draagvermogenplaatje op het interne transportmiddel
aantonen.
Gebruikshandleiding van de producent van het aanbouwapparaat in acht nemen.
Uitsluitend aanbouwapparatuur gebruiken, die het zicht in de rijrichting niet
beperken.
Z
Als het zicht in de rijrichting beperkt is, moet de exploitant geschikte maatregelen
bepalen en toepassen, om een veilige gebruik van het interne transportmiddel te
garanderen. Eventueel moet een seiner worden gebruikt of bepaalde
gevarenzones moeten worden afgezet. Bovendien kan het interne transportmiddel
met optioneel verkrijgbare kijkhulpen zoals een camerasysteem of spiegels worden
uitgerust. Er moet voorzichtig worden gereden met kijkhulpen.
117