Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Grundfos MAGNA3 Series Bedieningsinstructies pagina 43

Inhoudsopgave

Advertenties

Instelling
1. Selecteer "Temperatuurbeïnvloeding" met
[OK].
2. Kies de gewenste maximale temperatuur met
op [OK].
Als deze functie is geactiveerd in de regelmodus op basis van
proportionele druk of constante druk, dan wordt het setpoint voor
de opvoerhoogte verlaagd naar gelang de vloeistoftemperatuur.
U kunt de temperatuurbeïnvloeding instellen om te werken bij
vloeistoftemperaturen lager dan 80 °C of 50 °C. Deze tempera-
tuurgrenzen worden T
genoemd. Het setpoint wordt verlaagd
max.
ten opzichte van de ingestelde opvoerhoogte, die gelijk is aan
100 %, volgens de onderstaande karakteristieken.
H
100 %
H
actual
30 %
20
50
80
T
actual
Afb. 57 "Temperatuurbeïnvloeding"
In bovenstaand voorbeeld is T
max.
teerd. De actuele vloeistoftemperatuur T
het setpoint voor de opvoerhoogte verlaagd wordt van 100 %
naar H
.
actueel
Eisen
Voor temperatuurbeïnvloeding moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan:
regelmodus op basis van proportionele druk, constante druk of
constante curve
pomp in de aanvoerleiding geïnstalleerd
systeem met temperatuurregeling via de aanvoerleiding.
Temperatuurbeïnvloeding is geschikt voor de volgende systemen:
Systemen met variabele debieten (bijvoorbeeld tweepijps ver-
warmingssystemen) waarbij de activering van de temperatuur-
beïnvloedingsfunctie zorgt voor een verdere verlaging van de
pompcapaciteit in perioden met een geringe warmtevraag en
daardoor een gereduceerde temperatuur in de aanvoerleiding.
Systemen met een bijna constante volumestroom (bijv. één-
pijpsverwarmingssystemen en vloerverwarmingssystemen)
waarbij verschillen in warmtebehoefte niet kunnen worden
geregistreerd als wijzigingen in de opvoerhoogte, hetgeen wel
het geval is bij tweepijpsverwamingssystemen. Bij zulke syste-
men kunt u alleen de pompcapaciteit bijstellen door de tempe-
ratuurbeïnvloedingsfunctie te activeren.
Selectie van maximale temperatuur
Bij systemen met een benodigde temperatuur van de aanvoerlei-
ding van:
tot en met 55 °C: selecteer een maximale temperatuur gelijk
aan 50 °C.
boven 55 °C: selecteer een maximale temperatuur gelijk aan
80 °C.
U kunt de functie voor temperatuurbeïnvloeding niet gebruiken bij
airco- en koelsystemen.
of
en druk op
of
en druk
H
T [°C]
Q
, gelijk aan 80 °C, geselec-
zorgt ervoor dat
actueel
8.6.9 "Buscommunicatie"
Navigatie
"Home" > "Instellingen" > "Buscommunicatie"
Dit menu biedt de volgende opties:
Pompnummer
Geforceerde lokale modus
"Pompnummer"
Navigatie
"Home" > "Instellingen" > "Buscommunicatie" > "Pompnummer"
Instelling
1. Druk op [OK] om de instelling te starten. De pomp wijst een
uniek nummer toe aan de pomp.
Via dit unieke nummer kunt u onderscheid maken tussen de pom-
pen bij buscommunicatie.
"Geforceerde lokale modus"
Navigatie
"Home" > "Instellingen" > "Buscommunicatie" > "Geforceerde
lokale modus"
Instelling
Om de functie te activeren: selecteer "Inschakelen" met
en druk op [OK]. Om de functie uit te schakelen: selecteer "Uit-
schakelen" met
of
en druk op [OK].
U kunt tijdelijk externe opdrachten van een gebouwenbeheersy-
steem negeren om lokale instellingen uit te voeren. Nadat u
"Geforceerde lokale modus" hebt uitgeschakeld, maakt de pomp
opnieuw verbinding met het netwerk als deze een externe
opdracht ontvangt van het gebouwenbeheersysteem.
of
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave