7.2 Bedieningsmodi
Normaal
De pomp werkt overeenkomstig de geselecteerde regelmodus.
U kunt de regelmodus en het setpoint selecteren
zelfs als de pomp niet in de modus Normaal werkt.
Stop
De pomp schakelt uit.
Min.
U kunt de minimale pompcurve gebruiken in perioden waarbij een
minimaal debiet nodig is. Deze bedrijfsmodus is bijvoorbeeld
geschikt voor handmatige nachtverlaging indien automatische
nachtverlaging niet gewenst is.
Max.
U kunt de maximale pompcurve gebruiken in perioden waarbij
een maximaal debiet nodig is. Deze bedrijfsmodus is bijvoorbeeld
geschikt bij prioriteit voor warm water.
H
Min.
Afb. 23 Maximale en minimale curves
7.3 Regelmodi
7.3.1 Fabrieksinstelling
De pompen zijn af fabriek ingesteld op AUTO
matische nachtverlaging. Deze instelling is geschikt voor de
meeste installaties.
Het setpoint is af fabriek ingesteld. Zie paragraaf
7.6 Instellingswaarden voor
regelmodi.
20
Max.
Q
zonder auto-
ADAPT
7.3.2 AUTO
ADAPT
Wij adviseren de regelmodus AUTO
warmingssystemen, met name in systemen met relatief gering
drukverlies in de distributieleidingen en in vervangingssituaties
waarbij het werkpunt voor proportionele druk onbekend is.
Deze regelmodus is speciaal ontworpen voor verwarmingssyste-
men en wordt niet aanbevolen voor airco- en koelsystemen.
Kenmerken en belangrijkste voordelen
•
Past de pomp automatisch aan de actuele systeemkarakteris-
tieken aan.
•
Zorgt voor minimaal energieverbruik en een laag geluidsni-
veau.
•
Verlaagde bedrijfskosten en extra comfort.
Technische specificaties
H
H
fac
A
1
H
auto_min
A
Afb. 24 Regeling AUTO
ADAPT
A
:
Oorspronkelijk werkpunt.
1
A
:
Lagere geregistreerde opvoerhoogte op de max. curve.
2
A
:
Nieuw werkpunt na regeling AUTO
3
H
:
Oorspronkelijke instelling van het setpoint.
set1
H
:
Nieuw setpoint na regeling AUTO
set2
H
:
Zie pagina 26.
fac
H
: Een vaste waarde van 1,5 m.
auto_min
De regelmodus AUTO
is een vorm van regeling met propor-
ADAPT
tionele druk waarbij de regelcurves een vaste oorsprong hebben,
H
.
auto_min
Wanneer de regelmodus AUTO
pomp in met de fabrieksinstelling, H
met ongeveer 55 % van de maximale opvoerhoogte, en past
daarna de capaciteit aan A
aan. Zie afb. 24.
1
Wanneer de pomp een lagere opvoerhoogte op de maximale
curve registreert, A
, dan selecteert de functie AUTO
2
matisch een overeenkomstig lagere regelcurve, H
kleppen in het systeem dichtgaan, past de pomp de capaciteit
aan A
aan. Zie afb. 24.
3
Handmatige instelling van het setpoint is niet moge-
lijk.
voor de meeste ver-
ADAPT
H
set1
H
set2
A
3
2
Q
.
ADAPT
.
ADAPT
is geactiveerd, schakelt de
ADAPT
= H
, wat overeenkomt
fab
set1
auto-
ADAPT
. Als de
set2