Regelmodusfuncties
U kunt alle regelmodi behalve "Const. curve" combineren met
automatische nachtverlaging. Zie paragraaf
bedrijf".
U kunt ook de functie FLOW
LIMIT
regelmodi die hiervoor genoemd zijn. Zie paragraaf
8.6.5
"FLOWLIMIT".
8.6.4 "Regelaarinstellingen" (not model A)
Navigatie
"Home" > "Instellingen" > "Regelaarinstellingen"
Dit menu biedt de volgende opties:
•
Regelaarversterking Kp
•
Integrale actietijd regelaar Ti
Instelling
1. Selecteer "Regelaarinstellingen" met
2. Kies "Regelaarversterking Kp" of "Integrale actietijd regelaar
Ti" met
of
. Druk op [OK].
3. Druk op [OK] om de instelling te starten.
4. Kies het cijfer met
en
5. Druk op [OK] om op te slaan.
Een verandering van de waarden voor versterkingsfactor en inte-
gratietijd is van invloed op alle regelmodi. Als u de regelmodus
wijzigt in een andere regelmodus, verandert u de waarden voor
versterkingsfactor en integratietijd in de fabrieksinstellingen.
Fabrieksinstellingen voor alle overige regelmodi:
De versterkingsfactor, K
, is gelijk aan 1.
p
De integratietijd, T
, is gelijk aan 8.
i
Onderstaande tabel toont de aanbevolen instellingen van de
regelaar:
Als u een ingebouwde temperatuursensor gebruikt als een van de
sensoren, moet u de pomp zo dicht mogelijk bij de verbruiker
installeren.
Systeem/toepassing
Verwarmings-
systeem
0,5
t
L2 [m]
L2 [m]
0,5
t
1)
Bij verwarmingssystemen heeft een toename in pompcapaci-
teit een stijging in temperatuur bij de sensor tot gevolg.
2)
Bij koelsystemen heeft een toename in pompcapaciteit een
daling in temperatuur bij de sensor tot gevolg.
3)
Ingebouwde temperatuursensor.
L1: Afstand in meter tussen pomp en verbruiker.
L2: Afstand in meter tussen verbruiker en sensor.
40
"Automatisch nacht-
combineren met de laatste vijf
of
en druk op [OK].
en pas aan met
of
.
K
p
T
Koelsy-
i
1)
2)
steem
10 + 5
- 0,5
(L
+ L
1
- 0,5
30 + 5L
Richtlijnen voor het instellen van de PI-regelaar
Voor de meeste toepassingen zorgt de fabrieksinstelling van de
regelconstanten, versterkingsfactor en integratietijd, voor opti-
male pompwerking. Voor sommige toepassingen kan een aan-
passing van de regelaar echter nodig zijn.
Het setpoint wordt weergegeven in afbeeldingen
het menu "Assist" in paragraaf
len"
voor nadere informatie over de instelling.
Afb. 55 "Regelaarversterking Kp"
Afb. 56 "Integrale actietijd regelaar Ti"
Ga als volgt te werk:
1. Verhoog de versterkingsfactor tot de motor instabiel wordt.
Instabiliteit kan worden waargenomen door te kijken of de
gemeten waarde begint te fluctueren. Bovendien is instabiliteit
te horen wanneer het geluid van de motor op en neer begint
te gaan.
Sommige systemen zoals temperatuurregelingen reageren
langzaam, wat betekent dat het verscheidene minuten kan
duren voordat de motor instabiel wordt.
2. Stel de versterkingsfactor in op de helft van de waarde waarbij
de motor instabiel werd.
3. Verlaag de integratietijd tot de motor instabiel wordt.
4. Stel de integratietijd in op tweemaal de waarde waarbij de
motor instabiel werd.
Vuistregels
Verhoog de versterkingsfactor als de regelaar te langzaam rea-
geert.
Demp het systeem door de versterkingsfactor te verlagen of de
integratietijd te verhogen als het systeem op en neer gaat of
)
2
instabiel is.
Model A:
Gebruik Grundfos GO om de regelaarconstanten versterkingsfac-
tor en integratietijd te wijzigen. U kunt alleen positieve waarden
instellen.
2
Modellen B, C en D:
Wijzig de regelaarinstellingen met behulp van het display of met
Grundfos GO. U kunt zowel positieve als negatieve waarden
instellen.
55
en 56. Zie
8.7.1 "Ondersteund pomp instel-