7. Regelfuncties
7.1 Beknopt overzicht van regelmodi
AUTO
ADAPT
•
Aanbevolen voor de meeste verwarmingssystemen.
•
Tijdens bedrijf maakt de pomp automatisch de noodzakelijke aan-
passingen aan de actuele systeemkarakteristieken.
FLOW
ADAPT
De regelmodus FLOW
combineert een regelmodus en een func-
ADAPT
tie:
•
De pomp werkt in de modus "AUTO
•
Het geleverde debiet van de pomp overschrijdt nooit een geselec-
teerde FLOW
.
LIMIT
Proportionele druk
•
Gebruikt in systemen met relatief grote drukverliezen in de distribu-
tieleidingen.
•
De opvoerhoogte van de pomp zal proportioneel met het debiet in
het systeem toenemen ter compensatie voor de grote drukverliezen
in de distributieleidingen.
Constante druk
•
Wij adviseren deze regelmodus voor systemen met relatief gering
drukverlies.
•
De opvoerhoogte wordt constant gehouden, onafhankelijk van het
debiet in het systeem.
Constante temperatuur
Bij verwarmingsystemen met een constante systeemkarakteristiek, bij-
voorbeeld huishoudelijke warmwatersystemen, is de regeling van de
pomp op basis van een constante temperatuur van de retourleiding
van belang.
Temperatuurverschil
•
Zorgt voor een constante daling in termperatuurverschil tussen ver-
warmings- en koelsystemen.
•
De pomp handhaaft een constant temperatuurverschil tussen de
pomp en de externe sensor.
18
".
ADAPT
H
H
H
fac
set1
A
1
H
auto_min
H
set2
A
A
3
2
H
25 %
Q
90 %
Q
max
H
fac
H
auto_min
Q
fac
H
H
set
H
set
2
H
H
∆t
H
Voor meer informatie,
zie paragraaf
7.3.2 AUTO
.
ADAPT
Q
max
Voor meer informatie,
zie paragraaf
7.3.3 FLOW
.
ADAPT
Q
Voor meer informatie,
zie paragraaf
7.3.4 Proportionele
druk.
Q
Voor meer informatie,
zie paragraaf
7.3.5 Constante
druk.
Q
Voor meer informatie,
zie paragraaf
7.3.6 Constante tem-
peratuur.
Q
Voor meer informatie,
zie paragraaf
7.3.7 Temperatuurver
schil.
Q