U kunt de pompcapaciteit optimaliseren door externe sensoren te
gebruiken in de volgende situaties:
Functie of regelmodus
Warmte-energiemeter
Constante temperatuur
Proportionele druk
24V
IN
Vcc
Signaal
Afb. 48 Voorbeelden van externe sensoren
Pos.
Sensortype
Gecombineerde temperatuur- en druksensor,
1
Grundfos type RPI T2.
1/2" aansluiting en 4-20 mA signaal.
Druksensor, Grundfos type RPI.
2
1/2" aansluiting en 4-20 mA signaal.
Zie paragraaf
11.4 Externe sensoren
24V
Afb. 49 Voorbeelden van extern signaal voor de regeling via
BMS of PLC
Analoge ingang op dubbelpompen
Om redundantieredenen kan de analoge ingang tegelijkertijd voor
de pompkop van de slave-pomp worden gebruikt. Zolang de
hoofdpomp van stroom wordt voorzien, wordt in invoer op de
slave-pomp genegeerd. Bij een stroomstoring op de hoofdpomp,
neemt de analoge ingang van de slave-pomp het echter over. Als
de hoofdpompkop weer actief is, neemt de hoofdpomp het over
en regelt de slave-pomp.
Sensortype
Temperatuursensor
Temperatuursensor
Druksensor
1
2
voor verdere details.
BMS
PLC
7.11.5 Warmte-energiemeter
De warmte-energiemeter berekent het verbruik van warmte-ener-
gie binnen het systeem. De ingebouwde schatting van het debiet
die is vereist voor de berekening heeft een onnauwkeurigheid van
± 10 % van het maximale debiet. Ook de temperatuurmetingen
die nodig zijn voor de berekening zijn niet helemaal nauwkeurig,
afhankelijk van het sensortype. Daarom kunt u de waarde voor de
warmte-energie niet gebruiken voor factureringsdoeleinden. De
waarde is echter perfect voor optimalisatiedoeleinden om buiten-
sporige energiekosten ten gevolge van onbalans in het systeem
te voorkomen. De nauwkeurigheid van het debiet en het volume
wordt berekend en weergegeven op het display. Zie paragrafen
"Geschatte
debiet", pagina 38, en
den", pagina 38.
De warmte-energiemeter vereist dat een extra tem-
peratuursensor wordt gemonteerd in de aanvoer- of
retourleiding, afhankelijk van waar de pomp is
geplaatst.
kWh
t
F
t
R
Afb. 50 MAGNA3 met ingebouwde warmte-energiemeter
U kunt zowel verwarming als koeling meten in hetzelfde systeem.
Als een systeem wordt gebruikt voor zowel verwarming als koe-
ling, worden automatisch twee tellers weergegeven op het dis-
play. Zie paragraaf "Warmte-energie", pagina 38.
Warmte-energie meten in multipompsysteem
In een multipompsysteem wordt de warmte-energie gemeten
door de hoofdpomp, ongeacht welke pomp, hoofdpomp of
slave-pomp, actief is.
Als de stroomvoorziening van de hoofdpomp wordt onderbroken
of als de externe sensor een storing heeft, wordt de accumulatie
van warmte-energie pas gemeten nadat de hoofdpomp opnieuw
is ingeschakeld of de storing aan de externe sensor is verholpen.
Als de hoofdpomp wordt vervangen, worden de waarden van de
warmte-energie voor het systeem gereset.
"Nauwkeurigheid van waar-
33