14.12
Instellingen aan de uitgeklapte spuitboom
Uitlijning parallel t.o.v. de bodem
Bij uitgeklapte, correct ingestelde spuitbomen
moeten alle spuitdoppen dezelfde parallelle af-
stand hebben t.o.v. de bodem.
Als dit niet het geval is, moeten de uitgevouwen
spuitbomen met ontgrendelde trillingsdemping
d.m.v. tegengewichten (1) worden uitgelijnd. De
tegengewichten moeten aan de boomarm wor-
den bevestigd.
Horizontale uitlijning
In rijrichting gezien moeten alle armsecties van
de spuitbomen op één lijn liggen. Een horizonta-
le uitlijning kan vereist zijn
•
na langdurig gebruik
•
of onzacht bodemcontact van de spuitbo-
men.
Binnenarm
1. Contramoer van de instelschroef
(5) losdraaien.
2. Instelschroef tegen de aanslagen verdraai-
en tot de binnenarm één lijn vormt met het
middendeel van de spuitbomen.
3. Contramoer aandraaien.
Buitenarm
1. Schroeven (2) van de bevestiging (3) los-
draaien. De uitlijning wordt direct aan de
kunststofklauw
(4) uitgevoerd door de slobgaten van de
bevestiging.
2. Armsectie uitlijnen.
3. Schroeven (2) aantrekken.
UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20
Reiniging, onderhoud en service
217