Werken met de machine
Voorbeeld:
1. Spuitvloeistof volgens de voorschriften
conform de instructies van de fabrikant
van het gewasbeschermingsmiddel aan-
maken en mengen.
2. De bedieningsterminal inschakelen en
instellingen controleren.
Veldspuit bedienen via het menu werk.
→
3. Klap de spuitbomen uit.
4.
Boomgeleiding inschakelen
of
Spuitbomen handmatig aansturen.
5. Start de pomp met pompbedrijfstoerental
aan.
Bij kleine hoeveelheden kan het pomp-
toerental worden gereduceerd om ener-
gie te besparen.
6.
Spuiten inschakelen via de
bedieningsterminal.
172
Benodigde dosering:
Ingestelde rijsnelheid:
Spuitdoptype:
Spuitdopgrootte:
Toegestaan drukbereik van de ingebouw-
de spuitdoppen
Nagestreefde spuitdruk:
Toegelaten spuitdruk: 3,7 bar (25%
Neem de bedieningshandleiding van de software ISOBUS in acht!
200 l/ha
8 km/h
LU/XR
'05'
min. druk 1 bar
max. druk 5 bar
3,7 bar
min. 2,8 bar en max. 4,6 bar
UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20