Reiniging, onderhoud en service
14.1
Reinigen
Reinigen met hogedrukreiniger/stoomstraal
190
Controleer de rem-, lucht- en hydraulische slangen bijzonder
•
zorgvuldig.
•
Behandel hydraulische slangen nooit met benzine, benzeen,
petroleum of minerale oliën. Dit geldt voor
rem-, lucht-, hydraulische slangen
ο
spuitvloeistof-, zaadgoed-, meststof-, waterslangen
ο
Smeer de aanhangspuit na het reinigen door, in het bijzonder na
•
reiniging met een hogedrukreiniger/stoomreiniger of vet oplos-
sende middelen.
Volg de wettelijk voorschriften op voor de omgang met en het
•
verwijderen van reinigingsmiddelen.
•
U moet de volgende aanwijzingen bij het reinigen met een ho-
gedrukreiniger / stoomreiniger altijd opvolgen:
Geen elektrische componenten schoonspuiten.
ο
Geen verchroomde delen schoonspuiten.
ο
ο
Richt de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger / stoom-
reiniger nooit direct op smeerpunten, lagers, typeplaatje,
waarschuwingsborden of kleeffolie.
ο
Houd altijd een afstand van minimaal 300 mm tussen ho-
gedrukreiniger/stoomreiniger en machine aan.
ο
De ingestelde druk van een hogedrukreiniger / stoomreini-
ger mag niet meer dan 120 bar bedragen.
Volg de veiligheidsregels op voor het gebruik van een ho-
ο
gedrukreiniger.
UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20