Gebruiksaanwijzing voor het controleren van het tweekrings-bedrijfsremsysteem (vakwerk-
plaats)
1.
Controle op lekkage
2.
Druk in de luchtketel controleren
3.
Remcilinderdruk controleren
4.
Visuele controle remcilinder
5.
Scharnierpunten van remkleppen, remcilinders en stangenstelsel
UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20
1. Controleer alle aansluitingen, buis-, slang- en schroefverbindin-
gen op lekkage.
2. Repareer lekkages.
3. Verhelp schuurplekken van buizen en slangen.
4. Vervang poreuze en defecte slangen.
5. Het tweekrings-bedrijfsremsysteem lekt niet, als in 10 minuten
de drukdaling niet meer dan 0,15 bar bedraagt.
6. Dicht ondichte plaatsen af resp. vervang lekkende kleppen.
1. Sluit een manometer op de testaansluiting van de luchtketel aan.
Gewenste waarde
1. Sluit een manometer op de controleaansluiting van de remcilin-
der aan.
Voorgeschreven waarden:bij onbediende rem
1. Controleer de stofkappen resp. de vouwbalgen (5) op beschadi-
gingen.
2. Vervang beschadigde onderdelen.
De scharnierpunten van remkleppen, remcilinders en het stangenstel-
sel moeten licht bewegen; zo nodig smeren of voorzien van een beet-
je olie.
Reiniging, onderhoud en service
+ 0,2
6,0 tot 8,1
bar
0,0 bar
205