Reiniging, onderhoud en service
14.7
Banden / wielen
14.7.1
Bandenspanning
208
Vereist aanhaalmoment van de wielmoeren/-bouten:
•
Nm
Gebruik voor de wielmontage:
(1) Conische ringen voor de wielmoeren.
(2) alleen velgen met een passende verdieping voor opname van
de conusring.
Controleer regelmatig
•
of de wielmoeren goed vastzitten;
ο
bandenspanning.
ο
•
Gebruik alleen de door ons voorgeschreven banden en velgen.
•
Reparatiewerkzaamheden aan banden mogen alleen door spe-
cialisten met geschikt montagegereedschap worden uitgevoerd!
Het monteren van banden veronderstelt voldoende kennis en
•
geschikt montagegereedschap!
Plaats de krik uitsluitend op de gemarkeerde plaatsen!
•
Vul de banden tot de vermelde nominale druk.
•
De waarde voor de nominale druk is afleesbaar op de velg.
•
De waarde voor de nominale druk krijgt u van de bandenfabri-
kant.
•
Controleer de bandenspanning regelmatig bij koude banden, dus
voor het rijden.
Het luchtdrukverschil in de banden van één as mag niet groter
•
zijn dan 0,1 bar.
•
De bandenspanning kan door snel rijden of warm weer 1 bar
stijgen. In geen geval de bandenspanning verlagen, omdat de
bandenspanning dan bij het afkoelen te laag is.
UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20
510