11.3.5
Verdunnen van de overtollige resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank en uit-
spuiten van de verdunde resthoeveelheid na afloop van het spuitbedrijf.
11.3.6
Aftappen van de spuitvloeistoftank via de pomp
1. Geschikte aftapslang aansluiten op de afta-
paansluiting van de machine.
2. Pomp starten.
3. TwinTerminal:
leging
Bevestig, dat de aansluiting voor de snelle
leging op machinezijde correct verbonden is met
de externe tank en het vloeistofvolume kan op-
nemen.
4.
Snelle lediging beëindigen, ventiel
sluit.
5. Pomp onderbreken.
6. Slang afkoppelen.
UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20
1. Spuiten uitschakelen op de bedieningsterminal.
2. Start de pomp met pompbedrijfstoerental.
3. Resthoeveelheid verdunnen met de 10-voudige hoeveelheid
spoelwater.
4. Roerwerken uitschakelen.
5. Spuiten op de bedieningsterminal inschakelen.
→
Spuit indien mogelijk eerst de onverdunde spuitvloeistof uit de
spuitleiding op een onbehandeld gedeelte van het perceel.
Spuit de overtollige resthoeveelheid over het al behandelde
→
oppervlak.
→
Net zolang verdunde resthoeveelheid uitbrengen tot er lucht uit
de sproeiers komt.
6. Spuiten uitschakelen op de bedieningsterminal.
7. Reinigen van de veldspuit.
Let bij het uitbrengen van resthoeveelheden op al behandelde opper-
vlakken op de maximaal toegestane dosering van de preparaten.
Start / Stop snelle
Werken met de machine
→
175