SGM 04.1 – SGM 14.1 / SGMR 04.1 – SGMR 14.1
Uitvoering en functies van de aandrijving
Wegschakelmechanisme
Draaimomentmechanisme
Mechanische standaanwijzing
Handmatige bediening
Koppelbus
Aansluiten van de afsluiter
Uitvoering en functies van de besturingseenheid voor de aandrijving
Netspanning, netfrequentie
Externe voeding van de elektronica
(optie)
Overspanningscategorie
Vermogenselektronica
Nominaal vermogen
Aansturing
(ingangssignalen)
Statusmeldingen
(uitgangssignalen)
Via wegsensor-potentiometer statusmeldingen voor richting OPEN en DICHT
Via elektronische stroommeting statusmelding voor richting OPEN en DICHT in 8 stappen instelbaar
Continue weergave, instelbaar schijfje mechanische standaanwijzing met symbolen OPEN en DICHT
Handwiel voor het instellen en voor de noodbediening staat tijdens elektrisch bedrijf stil
Standaard:
Koppelbus niet voorgeboord
Opties:
Koppelbus niet voorgeboord verlengde uitvoering
Koppelbus gereed bewerkt (standaard of verlengde uitvoering)
-
Boorgat conform EN ISO 5211 met 1 spiebaan conform DIN 6885-1
-
Binnenvierkant conform EN ISO 5211
-
DD volgens EN ISO 5211
Afmetingen volgens EN ISO 5211
Standaardspanningen:
Wisselstroom
Spanningen/frequenties
Volt
Hz
Toelaatbare fluctuatie in de voedingsspanning: ±10 %
Toelaatbare fluctuatie in de frequentie: ±5 %
Stroomopname, stroomsoort, netspanning en netfrequentie zie typeplaatje
24 V DC +20 %/–15 %
Stroomverbruik: met opties tot 200 mA
De externe voedingsspanning moet over een versterkte isolatie tegen netspanning conform IEC 61800-
5-1 beschikken en mag uitsluitend door een op 150 VA begrensd stroomcircuit volgens IEC 61800-5-1
gevoed worden.
categorie III volgens IEC 60364-4-443
Vermogenselektronica met geïntegreerde motorregelaar
De besturing is op het nominaal vermogen van de motor berekend, zie elektrische gegevens van de
zwenkaandrijvingen SGM/ SGMR
4 digitale ingangen (via opto-couplers), met gemeenschappelijk referentiepotentiaal)
-
Stuurspanning 24 V DC, stroomverbruik: ca. 15 mA per ingang
-
Minimale impulsduur voor de kortste bewegingsimpuls: 100 ms.
-
Alle digitale ingangen moeten met dezelfde potentiaal worden gevoed.
Bezetting bij open-dicht aandrijvingen:
-
OPEN, STOP, DICHT (standaard)
-
OPEN, STOP, DICHT, NOOD (optie)
-
OPEN, STOP, DICHT, MODUS in combinatie met positioner (optie)
-
OPEN, NOOD, DICHT, MODUS in combinatie met positioner (optie)
Bezetting bij aandrijvingen voor regelbedrijf:
-
OPEN, STOP, DICHT, MODE (standaard)
-
OPEN, NOOD, DICHT, MODUS
Analoge ingang 0/4 – 20 mA (galvanisch gescheiden)
Gebruik als ingangssignaal voor instelwaarde stand E1 (optie positioner) of als ingangssignaal voor
motortoerental E3.
Via veldbusinterface
Relaisuitgangen:
4 te programmeren halfgeleider-signaleringsrelais, per relais max. 24 V AC, 1 A (ohmse belasting)
-
2 maakcontacten (NO) met gemeenschappelijk referentiepotentiaal
Standaard programmering: eindstand OPEN, eindstand DICHT
-
1 potentiaalvrij verbreekcontact (NC) voor verzamelstoringsmelding
Standaard programmering: draaimomentfout, motorbeveiliging aangesproken
-
1 potentiaalvrij verbreekcontact (NC)
Standaard programmering: drukknop AFSTAND
Analoge uitgang:
Potentiaalgescheiden standmelding 0/4 – 20 mA (weerstandsbelasting max. 500 Ω)
115
50/60
Technische gegevens
230
50/60
43