Elektrische aansluiting
6.2.
Aansluiting via bajonetstekkers
6.2.1.
Kabels aansluiten
Let voor aansluiting op
het volgende
Zo gaat u te werk
6.3.
Extern aansluitpunt voor aarding
16
Afbeelding 10: Indeling van de aansluitingen
[XK1] Vermogensklemmen (netkabels)
[XK2] Signaalcontacten
Dwarsdoorsneden aansluitkabels:
Vermogensklemmen: max. 1,5 mm² flexibel
Signaalcontacten: max. 1,5 mm² flexibel
Gevaarlijke spanning op open stekkers (condensatorontlading)!
Elektrische schok mogelijk.
Na het scheiden van de voedingsspanning (lostrekken van de stekker voor de
vermogensklemmen) ten minste 5 seconden wachten voordat de aansluitingen
mogen worden aangeraakt.
Toegestane aansluitdoorsneden van de gebruikte stekkers aanhouden.
Voor het aansluiten van de aders geschikt krimpgereedschap gebruiken:
-
voor bajonetstekkers:
bijv. Cannon vierkerftang
Neem de montage-instructies van de stekkerfabrikant in acht.
Voor het aansluiten van de kabels zijn er bij AUMA op aanvraag passende
aansluitsets te verkrijgen.
1.
Kabels volgens het schakelschema (conform opdracht) aansluiten.
Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardebus!
Elektrische schok mogelijk.
Alle aardingskabels aansluiten.
Aardebus op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
Toestel uitsluitend met aangesloten aardingskabel inbedrijfstellen!
2.
Aardingskabel conform schakelschema symbool:
Op de behuizing is een externe aansluiting voor aarding (klembeugel) ter beschikking
teneinde het toestel in de potentiaalvereffening te integreren.
SGM 04.1 – SGM 14.1 / SGMR 04.1 – SGMR 14.1
aansluiten.