Verhelpen van storingen
13.2.
Zekeringen
13.2.1.
Zekeringen in de besturingseenheid van de aandrijving
13.2.2.
Motorbeveiliging (thermische bewaking)
40
Tabel 18:
Signalering van waarschuwingen via gele signaallamp
Weergave
Melding
knipperen
Waarschuwing
Op de voedingsprintplaat bevindt zich de primaire zekering F1 (zekering ter beveiliging
van de apparatuur.) Door het wegnemen van het deksel van de besturing wordt de
zekering zichtbaar. Indien de zekering defect is moet de voedingsprintplaat worden
vervangen.
Elektrische schok door gevaarlijke spanning!
Indien de waarschuwing wordt genegeerd, is overlijden of ernstig lichamelijk letsel
het gevolg.
Vóór het openen spanningsvrij schakelen.
Afbeelding 25: Primaire zekering op voedingsprintplaat
Ter bescherming tegen oververhitting en ontoelaatbaar hoge oppervlaktetemperaturen
van de aandrijving is in de motorwikkelingen een PTC-weerstand geïntegreerd. De
motorbeveiliging wordt aangesproken zodra de maximaal toelaatbare temperatuur
van de wikkelingen is bereikt.
De aandrijving wordt gestopt en de besturing meldt een fout. De linker signaallamp
op de lokale bedieningseenheid knippert rood.
Voordat de aandrijving weer kan worden geactiveerd moet de motor afkoelen.
SGM 04.1 – SGM 14.1 / SGMR 04.1 – SGMR 14.1
Betekenis (standaard)
Wij adviseren omwille van de nauwkeurigheid de
slag over 60 % van het max. draaibereik in te stellen.
→ Waarschuwing onderdrukken: Parameter Low
limit Uspan via de software AUMA CDT in het
submenu Standmelder potentiometer opnieuw
instellen.