Inhoudsopgave
Advertenties
3.20.4 Het venster OMNI II Programmer Client
NB: Om de verbinding tot stand te brengen tussen de OMNI II Programmer-
applicatie en de OMNI Remote Server (server op afstand), moet de OMNI II
Programmer (met OMNI Smart Software) eerst verbinding maken met internet.
Zie paragraaf 3.20.1 en 3.20.2 voor manieren om een verbinding te maken tussen
de OMNI II Programmer (met OMNI Smart Software) en internet.
Het venster Programmer Client wordt gebruikt om in te loggen bij de Client
Server. Om het venster van de OMNI II Programmer Client te openen, selecteert
u het pictogram Connect (verbinding maken) onder de tab Communication
(communicatie) van de Menu Bar (menubalk).
Afbeelding 34: Het venster OMNI II Programmer Client
3.20.4.1
Verbinding maken tussen de OMNI II en de Remote Server
(server op afstand)
Wanneer het venster OMNI II Programmer Client verschijnt, voert u de
volgende informatie in:
NB: Om de functie van de afstandsbediende werking van de OMNI II
Programmer-applicatie te gebruiken, moet een gebruiker een unieke
gebruikersnaam en uniek wachtwoord van Impulse Dynamics krijgen.
Ook moet een geschikte Client Name (naam cliënt) bij Impulse Dynamics
worden geregistreerd.
NB: Wanneer u voor het eerst een verbinding maakt met de Remote
Server (server op afstand), wist u de/het bestaande User (gebruiker),
Password (wachtwoord) en Client Name (naam cliënt) en typt u de/het
door Impulse Dynamics aan u toegewezen User (gebruiker), Password
(wachtwoord) en Client Name (naam cliënt).
• User (gebruiker): een gebruikersnaam die compatibel is met de
huidige opstartmodus van de Programmer. Als de gebruikersnaam
niet bij de server is geregistreerd om in de huidige opstartmodus
(Clinical [klinisch], Remote [afstandsbediend] of Remote Listener
[afstandsbediend luisteren]) te werken, wordt de verbinding
afgewezen.
• Password (wachtwoord): een wachtwoord dat overeenkomt met
de gebruikersnaam die in de server is opgeslagen.
68
Advertenties
Inhoudsopgave
