Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stop Ccm™ (Ccm™ Stoppen) - Impulse Dynamics OMNI II Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De Programming Bar (programmeerbalk) heeft twee doeleinden:
1. Vormt een methode om snel toegang te krijgen tot de essentiële opdrachten
van de OMNI II Programmer-applicatie, via een programmeerbalk met
de volgende knoppen:
a. Interrogate (ondervragen): om de werkelijke parameterwaarden van
het geïmplanteerde apparaat te verkrijgen.
b. Program (programmeren): om een compatibele groep parameter-
waarden naar het actieve apparaat over te brengen. Deze knop knippert
blauw wanneer een waarde van de programmer is gemodificeerd en
er geen parameterconflict is. Dit duidt aan dat de waarden van
het OPTIMIZER IVs-apparaat anders zijn dan de waarden van de
programmer. Als er een parameterconflict is, is deze knop gedeactiveerd
totdat het conflict wordt opgelost.
c. Cancel/Undo (annuleren/ongedaan maken): afhankelijk van de context:
annuleert de modificaties die nog niet zijn overgebracht, of herstelt
de eerdere waarden die in de vorige programmeringshandeling zijn
gemodificeerd.
d. CCM™ On (CCM™ aan): (weergegeven wanneer CCM UIT staat)
Activeert de afgifte van CCM™-signalen door de parameter van
de CCM Mode (CCM-modus) op Timed (getimed) te programmeren.
e. CCM™ is On (CCM™ staat aan): weergegeven wanneer de afgifte
van CCM™-signalen AAN staat.
f. Stop CCM™ (CCM™ stoppen): (weergegeven wanneer CCM™
AAN staat) Deactiveert de afgifte van CCM™-signalen door
de parameters van de CCM Mode (CCM-modus) op CCM OFF
(CCM UIT) te programmeren.
g. CCM™ is Off (CCM™ staat uit): weergegeven wanneer de afgifte
van CCM™-signalen UIT staat.
h. Urgent programming (urgente programmering): programmeert de
OPTIMIZER IVs IPG met een groep veilige parameters (OOO Mode,
CCM OFF [OOO-modus, CCM UIT]).
i. Marker Mode (marker-modus): wisselt het starten en beëindigen van
de Marker Mode (marker-modus) af.
2. Het venster onder de knoppen geeft de berichten over conflicten tussen
parameters weer. Deze berichten duiden aan welke parameterwaarden een
conflict hebben, waarom de parameters een conflict hebben en de naam
van de parametertab waarin de parameters staan die een conflict hebben.
Wanneer een foutbericht wordt geselecteerd, verschijnt er een lijst met de
parameters die een conflict hebben. Wanneer een parameter in deze lijst
wordt geselecteerd, verschijnt er een venster met alle mogelijke waarden,
zodat de waarde van de parameter die een conflict heeft, direct kan worden
gemodificeerd. Zie paragraaf 3.4.2 voor manieren waarop parameter-
conflicten kunnen worden opgelost.
24

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Optimizer mini charger

Inhoudsopgave