Inhoudsopgave
Advertenties
4.9
Magnet Mode (magneetmodus)
Als een pacemakermagneet boven de implantatieplaats van de OPTIMIZER Smart IPG
wordt geplaatst en gedurende ten minste twee hartcycli (2–3 seconden) in de onmiddellijke
nabijheid van het apparaat wordt gehouden, wordt de OPTIMIZER Smart IPG in
de status Permanent Off (permanent uit) ingesteld. Deze status Permanent Off
(permanent uit) wordt in stand gehouden zelfs nadat de magneet is verwijderd van de
implantatieplaats.
In deze status geeft de OPTIMIZER Smart IPG geen CCM™-signalen af, hoewel hij
cardiale voorvallen detecteert en classificeert. Deze status Permanent Off (permanent
uit) kan uitsluitend worden veranderd door de OPTIMIZER Smart IPG onder toezicht
van een arts opnieuw te programmeren met de OMNI Smart Programmer-applicatie.
NB: Deze functie is nuttig voor het uitzetten van de afgifte van CCM™-signalen wanneer
er geen OMNI II Programmer (met OMNI Smart Software) beschikbaar is (bijvoorbeeld
wanneer er een ecg moet worden uitgevoerd bij een patiënt in een afdeling
voor spoedeisende hulp die niet is uitgerust met een OMNI II Programmer met OMNI
Smart Software).
4.10 Resetten van de OPTIMIZER Smart IPG
De OPTIMIZER Smart IPG heeft beschermingsmechanismen die de interne consequentheid
van het systeem in stand houden. Deze mechanismen detecteren wanneer zich een interne
discrepantie voordoet (bijvoorbeeld klokken die niet met de verwachte frequentie
oscilleren).
In het onwaarschijnlijke geval dat zich een storing van dit type voordoet, plaatst de
OPTIMIZER Smart IPG zichzelf in een veilige status, de zogeheten 'DOWN'-modus
(UITGESCHAKELDE modus). In de 'DOWN'-modus (UITGESCHAKELDE
modus) geeft de OPTIMIZER Smart IPG geen CCM™-signalen af en in sommige
gevallen detecteert hij zelfs geen cardiale voorvallen. Deze status kan alleen worden
veranderd door de OPTIMIZER Smart IPG onder toezicht van een arts te resetten met
behulp van de OMNI Smart Programmer-applicatie.
Reset de OPTIMIZER Smart IPG als volgt:
• Plaats de Programmer Wand (of plaats deze zo nodig opnieuw) boven de
implantatieplaats van de OPTIMIZER Smart IPG.
• Selecteer de knop Reset (resetten) op de Tool Bar (werkbalk).
Als de OPTIMIZER Smart IPG met goed gevolg wordt gereset, geeft de Programmer het
bericht 'Reset Device OK' (reset van apparaat OK) weer.
Als de Programmer Wand echter niet goed boven de implantatieplaats is gepositioneerd,
is het mogelijk dat de resethandeling mislukt. Als de communicatie mislukt, geeft de
Programmer het bericht 'Reset Device Error' (fout bij resetten van apparaat) weer
samen met de opties Retry (opnieuw proberen) en Cancel (annuleren).
Retry (opnieuw proberen) kan worden uitgevoerd door de Programmer Wand opnieuw
te positioneren en de knop Retry (opnieuw proberen) te selecteren.
103
Advertenties
Inhoudsopgave
