Na het uitvoeren van een opdracht Program (programmeren) worden de
gemodificeerde parameterwaarden op het scherm van de OMNI Smart
Programmer-applicatie zwart, wat aanduidt dat ze nu de geprogrammeerde
waarden van de OPTIMIZER Smart IPG zijn.
4.4.2 De functies Cancel (annuleren) en Undo (ongedaan maken)
Modificaties van de parameterwaarden kunnen op twee verschillende manieren op de
eerdere waarden worden gereset. De methode die wordt gebruikt om de gemodificeerde
parameters te resetten is afhankelijk van de vraag of de gemodificeerde parameters
al dan niet in de OPTIMIZER Smart IPG zijn geprogrammeerd.
4.4.2.1
Als een of meer parameterwaarden zijn gemodificeerd maar nog niet in de
OPTIMIZER Smart IPG zijn geprogrammeerd, zal de opdracht Cancel
(annuleren) de parameterwaarden resetten op de groep die de vorige keer
ondervraagd/geprogrammeerd is.
Voer een van de volgende handelingen uit om modificaties te annuleren:
• Selecteer de knop Cancel (annuleren) op de Programming Bar
(programmeerbalk). Deze knop is alleen geactiveerd als een
parameterwaarde is gemodificeerd, of
• Selecteer de knop Cancel (annuleren) op de Tool Bar (werkbalk) of
• Druk op de toetsenbordcombinatie <Esc>.
Nadat een opdracht Cancel (annuleren) is uitgevoerd, worden de
parameterwaarden op de schermen van de OMNI Smart Programmer-
applicatie zwart, omdat ze hetzelfde zijn als de parameterwaarden
in de OPTIMIZER Smart IPG. Als er geen apparaat is ondervraagd
en de parametergegevens van een .tip-bestand zijn geladen, worden de
weergegeven parameterwaarden de waarden die in het standaardbestand
(.tip-bestand) zijn opgeslagen.
4.4.2.2
Als de OPTIMIZER Smart IPG met een nieuwe groep parameterwaarden
is geprogrammeerd, zal de knop Undo (ongedaan maken) de parameter-
waarden op de eerdere groep geprogrammeerde waarden resetten.
Voer een van de volgende handelingen uit om de meest recente
programmering ongedaan te maken:
• Selecteer de knop Undo (ongedaan maken) op de Programming
Bar (programmeerbalk). Deze knop wordt alleen geactiveerd nadat
een opdracht Program (programmeren) is uitgevoerd, of
• Selecteer de knop Undo (ongedaan maken) op de Tool Bar
(werkbalk). Deze knop wordt alleen geactiveerd nadat een
opdracht Program (programmeren) is uitgevoerd of
• Druk op de toetsenbordcombinatie <Ctrl+ U>.
Cancel (annuleren)
Undo (ongedaan maken)
97