Inhoudsopgave
Advertenties
Afbeelding 78: Het scherm LS Scan (LS-scan)
Bij het uitvoeren van een LS-scan wordt de OPTIMIZER Smart IPG ingesteld op een
speciale modus waarin LS-signalen om de 2 ms worden bemonsterd gedurende een
interval van 200 ms in het midden van het rechterventriculaire voorval. Deze signalen
worden naar de OMNI Smart Programmer-applicatie gestuurd om in het venster Local
Sense Scan (Local Sense-scan) te worden weergegeven.
Local Sense-scans kunnen ofwel handmatig of automatisch worden gemaakt:
• Gebruik de knop Manual (handmatig) om een LS-histogram te maken voor een
specifieke LS-gevoeligheid die met behulp van de parameter Sensitivity
(gevoeligheid) is geselecteerd.
• Gebruik de knop Automatic (automatisch) om een proces te starten dat diverse
waarden voor de LS Sensitivity (LS-gevoeligheid) scant.
Wanneer de automatische scans zijn voltooid, verschijnen alle verzamelde histogrammen
in het venster Local Sense Scan (Local Sense-scan). De gebruiker kan dan de meest
geschikte detectiedrempel selecteren.
De gevoeligheid die wordt gebruikt om detectiegegevens voor één histogram op te
bouwen, is de parameter LS Sensitivity (LS-gevoeligheid) die in het rechtergedeelte van
het venster verschijnt.
Door deze monsters voor verschillende waarden van de LS Sensitivity (LS-gevoeligheid)
te verkrijgen, wordt de timing van het LS-voorval ten opzichte van het
rechterventriculaire voorval duidelijk aangetoond. De resultaten van LS Scan (LS-scan)
moeten als volgt worden geïnterpreteerd:
• Blauwe balken in het histogram duiden aan dat het LS-signaal meer gedetecteerd
is dan het aantal malen dat wordt aangeduid door de parameter Events per Bar
(voorvallen per balk).
123
Advertenties
Inhoudsopgave
