Als de Programmer Wand echter niet goed boven de implantatieplaats is
gepositioneerd, is het mogelijk dat de resethandeling mislukt. Als de
communicatie mislukt, geeft de Programmer het bericht 'Reset Statistics Error'
(fout bij resetten van statistische gegevens) weer samen met de opties Retry
(opnieuw proberen) en Cancel (annuleren).
Retry (opnieuw proberen) kan worden uitgevoerd door de Programmer Wand
opnieuw te positioneren en de knop Retry (opnieuw proberen) te selecteren.
4.16 Meten van geleiderimpedanties
De impedantie van de LS- en V-geleiders kan door de OPTIMIZER Smart IPG worden
gemeten en door de OMNI Smart Programmer-applicatie worden weergegeven.
Een CCM™-signaal wordt door de OPTIMIZER Smart IPG afgegeven via het
geselecteerde kanaal om de geleiderimpedantie te meten. Een pulstrein met de volgende
parameters wordt gebruikt voor het meten van de impedantie:
• Number of Pulses (aantal pulsen): 1
• Amplitude (amplitude): 5,0
• Phase Duration (duur van fase): 0,5 ms
De impedantie van het geselecteerde kanaal kan door de OPTIMIZER Smart IPG binnen
het bereik van 50 Ω tot 2000 Ω worden gemeten tot binnen een precisie van 20% of
10 Ω, welke ook maar het grootste is.
Waarschuwing: Geleiderimpedantiemetingen van meer dan 1000 Ω zijn zeer
onnauwkeurig en mogen uitsluitend worden opgevat als een
indicatie van elektrische continuïteit door de geleider.
Tijdens de impedantiemeting blijven alle geprogrammeerde parameters hetzelfde,
behalve de parameters die hierboven zijn beschreven, die kortstondig zijn veranderd.
Er kan echter geen impedantiemeting worden uitgevoerd als zich geen triggerend voorval
voordoet of als zich een blokkerend voorval voordoet, voor de parameterwaarden die
in het apparaat zijn geprogrammeerd.
De geleiderimpedanties worden als volgt gemeten:
• Plaats de Programmer Wand (of plaats deze zo nodig opnieuw) boven de
implantatieplaats van de OPTIMIZER Smart IPG.
• Controleer of de parameter CCM™ Train Delivery (afgifte van CCM™-trein)
ingesteld is op Timed (getimed) of Continuous (continu).
• Selecteer de knop Follow Up (follow-up) op de Task Bar (taakbalk).
• Selecteer de tab Impedance (impedantie) op de balk Follow Up (follow-up).
• Selecteer de knop V of LS om de gewenste geleiderimpedantie te meten.
Waarschuwing: Nadat de meting van de geleiderimpedantie is uitgevoerd, moet de
gebruiker een ondervraging uitvoeren om te controleren of de
geprogrammeerde waarden zijn ingesteld zoals de bedoeling was.
117