Geluidssterkte van de alarmen:
Instelbereik:
1 tot 8
Fabrieksinstelling:
1
–
De aanvangsgeluidssterkte wordt op lichte achtergrond
afgebeeld.
Geluidssterkte instellen = aan de draaiknop draaien.
Geluidssterkte bevestigen = de draaiknop indrukken.
Het beeldscherm springt terug naar de selectie van configu-
ratie parameters (zie pagina 86).
Keuze afbreken = toets »
–
Het beeldscherm springt terug naar de selectie van
configuratie parameters (zie pagina 83).
Alarmgrenzen
Instelbereiken:
Afwijking luchttemperatuur
(lucht afwijking)
Afwijking huidtemperatuur
(huid afwijking)
O
-afwijking*
2
Fabrieksinstelling:
Afwijking luchttemperatuur
(lucht afwijking)
Afwijking huidtemperatuur
(huid afwijking)
O
-afwijking*
2
Alarmgrens voor de lucht-/huidtemperatuur en O
aan de draaiknop draaien en indrukken.
–
De instelling voor de afwijking van de
luchttemperatuur-alarmgrens wordt met lichte omranding
afgebeeld.
Afwijking van de luchttemperatuur kiezen = aan de
draaiknop draaien.
Afwijking van de luchttemperatuur bevestigen = de
draaiknop indrukken.
Het beeldscherm springt terug naar de selectie van configu-
ratie parameters (zie pagina 86).
De andere alarmgrenzen worden op dezelfde wijze ingesteld.
Keuze afbreken = toets »
–
Het beeldscherm springt terug naar de selectie van
configuratie parameters (zie pagina 83).
*
optioneel
« indrukken.
–1,5 of –2,5 °C
±0,3 tot 1,0 °C
±3 % of ±5 %
–1,5 °C
±0,5 °C
±5 %
*
kiezen =
2
« indrukken.
Werking
Configuratie
87