Meldingen
Huid 1 minder dan 0,5 °C boven
Huid 2
(zie "Configuratie" op pagina 86)
De gemeten huidtemperatuurwaarden
knipperen op het scherm.
Het gele LED-balkje op de bedienings-
eenheid knippert.
De centrale alarmlamp brandt*.
De alarmtoonsequentie klinkt
(3 pieptonen).
Huid 1-sensor aansluiten
Drie knipperende streepjes op het
scherm in plaats van de meetwaarde.
Het rode LED-balkje op de bedienings-
eenheid knippert.
De centrale alarmlamp brandt*.
Vijf opeenvolgende alarmtonen weer-
klinken.
Huid 1-sensor is defect
Op het beeldscherm
knipperen 3 strepen.
Het rode LED-balkje op de bedienings-
eenheid knippert.
De centrale alarmlamp brandt*.
Vijf opeenvolgende alarmtonen weer-
klinken.
Huid 1-temperatuur onder 36,0 °C
(zie "Configuratie" op pagina 86)
De meetwaarde knippert op het scherm.
Het gele LED-balkje op de bedienings-
eenheid knippert.
De centrale alarmlamp brandt*.
De alarmtoonsequentie klinkt
(3 pieptonen).
Huid 1-temperatuurafwijking
boven 0,5 °C
(kan worden ingesteld
tussen 0,3 en 1,0 °C, zie "Configuratie"
op pagina 87)
De meetwaarde knippert op het scherm.
Het gele LED-balkje op de bediening-
seenheid knippert.
De centrale alarmlamp brandt*.
De alarmtoonsequentie klinkt
(3 pieptonen).
* De centrale alarmindicator kan worden uitgeschakeld. Zie "Systeemparameters instellen" op pagina 85
Oorzaak
Kangoeroe-alarm:
Temperatuurverschil tussen de
huidtemperatuur (geel) en de
perifere temperatuur (wit) is te
laag.
Stekker van de huidtempera-
tuursensor (geel) niet inge-
stoken.
Kerntemperatuursensor
is defect.
Kangoeroe-alarm:
Huidtemperatuur zakt onder de
alarmlimiet.
Temperatuursensor niet goed
bevestigd aan patiënt.
De ingestelde limietwaarde
voor de afwijking is over-
schreden.
Bericht – oorzaken – oplossingen
Oplossing
Warmtewisseling van de patiënt
controleren.
Configuratie controleren (pagina 83).
Stekkeraansluiting controleren
en indien nodig corrigeren.
Sensor vervangen.
Warmtetoevoer naar patiënt
verhogen.
Op het beeldscherm
knipperen 3 strepen.
Controleren of de temperatuur-
sensor goed is bevestigd aan de
patiënt.
Nagaan of het juiste gas aange-
sloten is.
Kap, frontklep of zwenkdeurtjes
sluiten.
Externe warmtebronnen verwij-
deren.
Dubbele wanden verwijderen.
Configuratie wijzigen (pagina 83).
Duur van
alarmonder-
drukking
15 min
5 min
5 min
15 min
5 min
115