Beschrijving
Veiligheidsinrichtingen
Na het inschakelen van het apparaat doorloopt het een zelf-
test, waarbij alle geheugenplaatsen van de micro-processor-
besturing en de storingvrije loop van de programmasegmenten
getest worden.
De werking van de besturingsorganen en terugmeldingen
wordt door in- en uitschakelen gecontroleerd. Deze test
gebeurt ook tijdens het gebruik in tussenpozen
van 10 minuten. Daarbij worden alle in het apparaat aanwe-
zige modulen gecontroleerd. Een foutmelding wordt ook
in uitgeschakelde toestand van de defecte module aange-
geven.
Ongeoorloofde bedrijfstoestanden leiden voor alle zekerheid
tot het uitschakelen van verwarming of kookeenheid van
®
de Caleo
.
Een aanvullende temperatuursensor in het warmeluchtkanaal
beperkt het verwarmingsvermogen voor het geval dat de
verwarming door de regelkring langdurig met maximaal
vermogen aangestuurd wordt. Typische situaties zijn bijv. lang
openstaande kleppen, hoge temperatuurinstellingen (39 °C) bij
lage omgevingstemperaturen (<22 °C) of een gedeeltelijk
afgesloten warmeluchtkanaal.
Door deze veiligheidsinrichting wordt het risico van verbran-
dingen door te sterk verhitte oppervlakken in de nabijheid van
de luchtuitlaat of door de uittredende warme lucht aanzienlijk
gereduceerd.
139