–
Op het beeldscherm wordt de trend van de geselecteerde
meetwaarde aangegeven.
Fabrieksinstelling:
trend 1
Huidtemperatuur
trend 2
Luchttemperatuur
zoom
3 uur
De geselecteerde waarde wordt als trenddiagram aangegeven.
Daarbij wordt de trendcurve van de meetwaarde met de curve
van de bijbehorende instelwaarde aangegeven.
Tijdcursor:
De tijdcursor wordt als verticale stippellijn afgebeeld, die op het
diagram telkens een bepaald tijdstip aangeeft.
Tijdcursor op de tijdschaal bewegen = aan de
draaiknop draaien.
Het tijdstip, dat de tijdcursor zojuist weergeeft, wordt onder de
stippellijn met datum en tijd afgebeeld. Begin en einde van het
huidige tijdbereik worden rechts resp. links onder het trenddia-
gram vermeld.
Wordt de tijdcursor buiten de aangegeven periode verschoven,
past de beelduitsnede zich automatisch daarop aan en toont
de bijbehorende periode:
Oudere periode = de draaiknop tegen de wijzers van de klok
in draaien.
Jongere periode = de draaiknop met de wijzers van de klok
mee draaien.
Gegevensvenster:
Bij de tijdcursor hoort een gegevensvenster, rechts van de
weergegeven trend. Op het gegevensvenster worden de
waarden afgebeeld, die bij het tijdstip horen, die de tijdcursor
op de tijdas markeert.
De volgende waarden worden op het gegevensvenster afge-
beeld:
1
Naam van de geselecteerde meetparameter
2
Instelwaarde voor het gemarkeerde tijdstip
3
Meetwaarde voor het gemarkeerde tijdstip
Werking
Menu's kiezen
1
2
3
77