Alarmen
Alarmgrenzen kunnen in de configuratie worden veranderd
(pagina 87).
Als de afwijking tussen de instelwaarde en de meetwaarde van
de O
-concentratie groter is dan ±5 %
2
–
Het alarmbericht verschijnt op het scherm.
»O
afwijking zuurstof boven 5 %«,
2
–
Vijf opeenvolgende alarmtonen weerklinken.
–
De centrale alarmlamp brandt
1
De meetwaarde knippert.
2
Rood LED-balkje knippert.
De opeenvolgende alarmtonen kunnen gedurende 2 minuten
worden onderdrukt:
3
Alarmtonen onderdrukken = toets indrukken.
of
4
draaiknop indrukken.
–
De alarmmelding blijft staan.
–
De alarmtonen houden op.
–
De centrale alarmlamp gaat uit.
1
de meetwaarde blijft knipperen.
2
Rood LED-balkje blijft knipperen.
Als de meetwaarde weer binnen ±5 vol.% ligt:
–
De alarmmelding gaat uit.
–
De alarmtonen houden op.
–
De centrale alarmlamp gaat uit.
1
De meetwaarde verschijnt continu.
2
Rood LED-balkje gaat uit.
Verdere alarmbeschrijvingen, zie "Bericht – oorzaken – oplos-
singen" op pagina 114.
Zie "Alarmbeschrijving" op pagina 140.
*
De getalswaarden in de volgende beschrijving zijn voorbeelden.
Zie "Alarmen instellen" op pagina 86.
**
De centrale alarmindicator kan worden uitgeschakeld. Zie "Systeem-
parameters instellen" op pagina 85.
*
:
**
,
Werking
O2-regeling toepassen
2
3
1
4
67