2. Begin te meten.
Druk op [MEAS].
Het meten begint en de gemeten afstandgegevens
(SD), verticale hoek (ZA) en horizontale hoek (HA-R)
worden weergegeven.
3. Druk op [STOP] om het opmeten van de afstand
te beëindigen.
Opmerking
• Als de eenmalige meetmethode is geselecteerd, stopt het meten automatisch na eenmaal te hebben
gemeten.
• Wanneer wordt gemeten om een gemiddelde te berekenen, worden de afstandgegevens weergegeven als
SD1, SD2,... tot SD9. Nadat het betreffende aantal metingen voltooid is, wordt de gemiddelde waarde van de
afstand weergegeven op regel SDA.
• De afstand en de hoek die het laatst zijn gemeten, blijven in het geheugen opgeslagen tot de stroom wordt
uitgeschakeld. Deze metingen kunnen altijd worden weergegeven door op [CALL] te drukken.
Toewijzing [CALL]: 19.12 Bedieningspictogrammen toewijzen
67
12. AFSTANDMETING