6. Stel Connection in op Cellular2 in <Internet> en
geef de gegevens op van de provider waarmee u
verbinding wilt maken.
Items ingesteld
(1) Bel nummer
(*99# of *99***1#)
(2) APN
(Naam van het toegangspunt dat uw provider
heeft opgegeven )
(3) User Name
(De gebruikersnaam die uw provider heeft
opgegeven )
(4) Password
(Het wachtwoord dat u van uw provider heeft
gekregen)
(5) Authentication
No/PAP/CHAP
• Wanneer IMEI nodig is voor het activeren van de
SIM-kaart, vinkt u IMEI aan op dit scherm.
7. Druk op [Search] om naar providers in de buurt
van het instrument te zoeken met wie verbinding
tot stand gebracht kan worden.
Selecteer de provider die in stap 6 is opgegeven,
en druk op [OK].
• Druk op [Status] om de communicatiestatus
weer te geven. Dit zijn de weergegeven items:
Carrier Name
: De geselecteerde
providernaam
Level
: Status van de verbinding is op
5 niveaus weergegeven
Check1
: OK/-
Check2
: OK/-
Connection
: OK/NG
Opmerking
• Het is mogelijk dat Carrier Name en Check1 niet
worden weergegeven, zelfs als de verbinding
correct tot stand is gekomen.
9. VERBINDING MAKEN MET EEN EXTERN APPARAAT
46