Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstandmeting; Controle Teruggezonden Signaal - Sokkia iX Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

12. AFSTANDMETING

Geef de volgende instellingen op om de afstandmeting in de observatiemodus voor te bereiden.
• Modus voor afstandmetingen
19.2 Observatieomstandigheden - Dist
• Type doel (inclusief correctiewaarde prismaconstante en diafragmagegevens)
19.3 Observatieomstandigheden - Reflector (doel)
• ppm
19.4 Observatieomstandigheden - Atmosfeer
• Items voor Auto Pointing/Auto Tracking
10.1 Instellingen voor Auto Pointing en Auto Tracking
• Het is mogelijk om bedieningspictogrammen aan meetmenu's toe te wijzen om ze op diverse applicaties en
de persoonlijke bedieningsstijl van operators af te stemmen.
19.12 Bedieningspictogrammen toewijzen
Voorzichtig
• Zorg ervoor dat u bij gebruik van de laseraanwijzer de outputlaser UITschakelt nadat de afstandmeting is
voltooid. Zelfs als de afstandmeting is geannuleerd, is de laseraanwijzer nog steeds actief en blijft worden
uitgezonden.
• Controleer of de doelinstelling op het instrument overeenkomt met het gebruikte type doel. Het instrument
stelt automatisch de intensiteit van de laserstraal bij en verwisselt het weergavebereik voor de afstandmeting
overeenkomstig het gebruikte doel. Als het doel niet klopt met de doelinstellingen, kunnen er geen goede
meetresultaten worden verkregen.
• Er kunnen geen nauwkeurige meetresultaten worden verkregen als het objectief vuil is. Borstel eerst alle stof
van de lens met de lensborstel. Daarna bevochtigt u de lens met uw adem en wrijft het schoon met de
siliconendoek.
• Als tijdens reflectorloos meten een object de lichtstraal verspert die wordt gebruikt voor de meting of een
object met een hoge reflectiefactor (metaal of wit oppervlak) vlak achter het doel ligt, is het mogelijk dat geen
nauwkeurige meetresultaten verkregen kunnen worden.
• Schittering kan de nauwkeurigheid van de gemeten afstandresultaten aantasten. Als dit gebeurt, herhaalt u
de metingen meerdere malen en gebruikt u de gemiddelde waarde van de verkregen resultaten.

12.1 Controle teruggezonden signaal

Controleer of er voldoende licht wordt teruggezonden door het doel dat in het vizier van de telescoop ligt.
Controleren van het teruggezonden signaal is vooral nuttig bij het uitvoeren van meting van lange afstanden.
Voorzichtig
• Er wordt een laserstraal verzonden tijdens de controle van het teruggezonden signaal.
• Wanneer de lichtintensiteit ontoereikend is, zelfs als het middelpunt van het reflecterende prisma en het
dradenkruis niet helemaal goed uitgelijnd zijn (korte afstand, enz.) wordt in sommige gevallen '
weergegeven, terwijl eigenlijk nauwkeurig meten niet mogelijk is. Zorg er daarom voor dat het middelpunt van
het doel goed in vizier is gebracht.
PROCEDURE
1. Breng het doel nauwkeurig in vizier.
64
'

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Sokkia iX Series

Inhoudsopgave