Letters en nummers invoeren
{}
{} + {
}
{0} tot {9}
{.}
{
}
±
{ESC}
{} + {S.P}
{B.S.}
{S.P.}
{}/{}
{
}/{
}
{Enter}
Voor het invoeren van regels en speciale tekens: 5.3 Tekens invoeren via het invoerpaneel
Selectie-opties
{
}/{
}
{}/{}
{} + {S.P}
{S.P.}
{Enter}
Diversen
{ESC}
Overschakelen naar numerieke/alfabetische tekens (hoofdletters)/
alfabetische tekens (kleine letters)
<Input Panel> tonen/verbergen
Nummers of het symbool boven het getal invoeren (in de modus voor
numerieke invoer)
Alfabetische tekens invoeren in de volgorde waarin ze zijn vermeld (in
de modus voor alfabetische invoer)
Hiermee voert u een decimaalteken in (in de modus voor numerieke
invoer)
Code invoeren (in de modus voor alfabetische invoer)
Hiermee voert u een plusminusteken in (in de modus voor numerieke
invoer)
Code invoeren (in de modus voor alfabetische invoer)
Hiermee annuleert u de ingevoerde gegevens
Over naar het volgende item
Om een teken links van de cursor te verwijderen
Hiermee voert u een spatie in (1 hoger bij het invoeren van de datum
en tijd)
Hiermee beweegt u de cursor naar links of rechts
Hiermee beweegt u de cursor omhoog of omlaag
Hiermee selecteert/accepteert u een ingevoerd woord of een
ingevoerde waarde
Hiermee beweegt u de cursor omhoog of omlaag of selecteert u het item
erboven of eronder
Hiermee beweegt u de cursor naar links of rechts of selecteert u het item
aan de linker- of rechterkant
Over naar het volgende item
Hiermee geeft u andere opties weer
Hiermee selecteert/accepteert u de optie
Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm
17
5. BASISBEDIENING