18. OPPERVLAKTEBEREKENING
U kunt de landoppervlakte (hellingsgebied en horizontale gebied) meten dat wordt omsloten door drie of meer
bekende punten op een lijn door de coördinaten van de punten in te voeren.
Input
Coördinaten:
P1 (N1, O1, Z1)
...
P5 (N5, O5, Z5)
• Aantal gespecificeerde coördinaatpunten: 3 of meer, 30 of minder
• Het is mogelijk om bedieningspictogrammen aan meetmenu's toe te wijzen om ze op diverse applicaties af
te stemmen en ze te personaliseren voor hoe de verschillende operators het instrument bedienen.
19.12 Bedieningspictogrammen toewijzen
• Er treedt een fout op als maar twee (of minder) punten ingevoerd worden bij het specificeren van een
omsloten gebied.
• Vergeet niet dat de punten van een omsloten gebied altijd in volgorde rechtsom of linksom geobserveerd
moeten worden. Het opgegeven gebied door invoer van 1, 2, 3, 4, 5 of 5, 4, 3, 2, 1 geeft dezelfde vorm op.
Als de punten niet in numerieke volgorde worden ingevoerd, kan de oppervlakte niet goed worden berekend.
Hellingsgebied
De eerste drie opgegeven punten worden gebruikt om de oppervlakte van het hellingsgebied te creëren.
Vervolgpunten worden verticaal geprojecteerd op deze oppervlakte, en het hellingsgebied wordt
berekend.
PROCEDURE Oppervlakteberekening door puntmeting
1. Selecteer Area calc. in <Menu>
Output
Oppervlakte:
S (horizontale gebied en hellingsgebied)
105