10.3 Handmatig een doel in vizier brengen
In deze paragraaf leggen we de procedures uit voor het handmatig in vizier brengen zonder de functie Auto
Pointing te gebruiken.
• Wanneer bij het in vizier brengen fel licht rechtstreeks in het objectief schijnt, kan dit tot gevolg hebben dat
het instrument defect raakt. Bescherm het objectief tegen direct zonlicht door een zonnekap te plaatsen.
Observeer hetzelfde punt op het dradenkruis wanneer de telescoopring wordt vervangen.
PROCEDURE
1. Focussen op het dradenkruis
Kijk door de telescooplens naar een heldere, lege
achtergrond.
Draai de telescoopring telkens iets rechtsom,
vervolgens linksom tot het dradenkruis net scherp in
beeld komt.
Met deze procedures hoeft niet regelmatig opnieuw
scherpgesteld te worden, omdat uw ogen op
oneindig zijn scherpgesteld.
2. Het doel in vizier brengen
Breng het doel met behulp van de collimator in het
gezichtsveld. Draai aan de knoppen voor verticale
en horizontale richtingsverandering om het vizier
fijner af te stellen.
3. Scherpstellen op het doel
Draai aan de scherpstelring van de telescoop om
het doel scherp te stellen.
Draai aan de verticale en horizontale
richtingsveranderingsknoppen om het doel met
het draden uit te lijnen.
De laatste bijstelling voor elke
richtingsveranderingsknop moet een laatste slag
rechtsom zijn.
4. Blijf scherpstellen tot de parallax is verdwenen.
Blijf de scherpstelring bijstellen tot er geen parallax
meer is tussen het doelbeeld en het dradenkruis.
Parallax elimineren
Dit is de relatieve verschuiving van het doelbeeld ten opzichte van het dradenkruis wanneer de observator
zijn hoofd iets beweegt.
Parallax introduceert leesfouten en moet worden verwijderd voordat observaties worden genomen.
Parallax kan worden verwijderd door het dradenkruis opnieuw scherp te stellen.
Handmatig vizierlijnen bepalen
Bij het handmatig in vizier brengen, stelt u Track Setting in op None in <Search/Track>, en brengt u het
doel vervolgens in het gezichtsveld met de collimator. Wanneer het doel in het gezichtsveld is, gebruikt u
de richtingveranderingsknoppen om de afstelling te verfijnen en het prismamiddelpunt nauwkeuriger in het
vizier te brengen.
Voor een grotere stabiliteit kunt u het beste langzaam aan de richtingveranderingsknoppen draaien tijdens
het fijne afstelwerk.
59
10. DOEL UITLIJNEN EN METEN